0083-inmaster Notaris inmaster
12953 1631-06-17 Maechescheyt ( = boedelscheiding): 17-06-1631 J. van Ingen AT 002a003 folio 218.
Datering:
1631-06-17
Naam:
Comparanten:
- Morraij, Hutsen en Dircx, Lammichgen (echtelieden), tevens als vader en momber over Morray, Willem, zijn minderjarige zoon uit huwelijk met (zaliger) Lubberts, Aeffgen;
- Rijcxzn., Henrick en Harmans, Dirckgen (echtelieden);
- Rijcxzn., Thonis en Jans, Elsgen (echtelieden)
(Henrick en Thonis zijn zoons van Lubberts, Aeffgen en haar eerdere echtgenoot zaliger Jacobszn., Rijck);
- Morray, Cornelisgen (dochter van Morray, Hutsen en Lubberts, Aeffgen), met handen van haar vader, als gecoren voogd in desen;
- Morraij, Hutsen en Dircx, Lammichgen (echtelieden), tevens als vader en momber over Morray, Willem, zijn minderjarige zoon uit huwelijk met (zaliger) Lubberts, Aeffgen;
- Rijcxzn., Henrick en Harmans, Dirckgen (echtelieden);
- Rijcxzn., Thonis en Jans, Elsgen (echtelieden)
(Henrick en Thonis zijn zoons van Lubberts, Aeffgen en haar eerdere echtgenoot zaliger Jacobszn., Rijck);
- Morray, Cornelisgen (dochter van Morray, Hutsen en Lubberts, Aeffgen), met handen van haar vader, als gecoren voogd in desen;
Akten:
Maechescheyt ( = boedelscheiding): 17-06-1631 J. van Ingen AT 002a003 folio 218.
Opmerkingen:
Betreft de nalatenschap van Aeffgen Lubberts.
Zij verklaren dat de huysinge, hoff en hoffstede bij de Coppelpoort, waarin voornoemde Aeffgen is overleden en die nu bewoond wordt door Henrick Rijcxzn. en zijn vrouw Dirckgen Harmans, aan hen is toegescheiden, vrij van lasten, volgens transport op 13-05-1622, ten behoeve van Hutsen Morray en zijn overleden huysvrouw. De andere comparanten bekennen daarvan voldaan en betaald te zijn.
Aan Hutsen Morraij en zijn huysvrouw Lammichgen Dircx is toegescheiden een huysinge aan de wall aan de Coppelpoort, door hen bewoond op last van een jaarlijkse canon ten behoeve van de stad Amersfoort en nog op last van 800 carolus guldens hoofsoms. Verder nog 400 gulden van de erfgenamen van burgemeester Coenraet Franszn. en 400 gulden van Helena van Schade c.s., die volgens Hutsen inmiddels zijn afgelost.
De comparanten bekennen ook hiervan voldaan en betaald te zijn.
Comparanten zijn bereid hiervan "gerechtelijke belijdenisse te doen".
Acte ten huize van Hutsen Morray.
Getuigen: Quintijn Janszn. (pottenbacker) en Thonis Franszn.
Zij verklaren dat de huysinge, hoff en hoffstede bij de Coppelpoort, waarin voornoemde Aeffgen is overleden en die nu bewoond wordt door Henrick Rijcxzn. en zijn vrouw Dirckgen Harmans, aan hen is toegescheiden, vrij van lasten, volgens transport op 13-05-1622, ten behoeve van Hutsen Morray en zijn overleden huysvrouw. De andere comparanten bekennen daarvan voldaan en betaald te zijn.
Aan Hutsen Morraij en zijn huysvrouw Lammichgen Dircx is toegescheiden een huysinge aan de wall aan de Coppelpoort, door hen bewoond op last van een jaarlijkse canon ten behoeve van de stad Amersfoort en nog op last van 800 carolus guldens hoofsoms. Verder nog 400 gulden van de erfgenamen van burgemeester Coenraet Franszn. en 400 gulden van Helena van Schade c.s., die volgens Hutsen inmiddels zijn afgelost.
De comparanten bekennen ook hiervan voldaan en betaald te zijn.
Comparanten zijn bereid hiervan "gerechtelijke belijdenisse te doen".
Acte ten huize van Hutsen Morray.
Getuigen: Quintijn Janszn. (pottenbacker) en Thonis Franszn.
Rol:
Genoemd
laatste wijziging 15-04-2011