Logo - Archief Eemland

Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
0100   Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
laatste wijziging 13-02-2021
3.800 beschreven archiefstukken
2.438 gedigitaliseerd
totaal 6.828 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1342-1999
Soort toegang:
inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Beperkt voor stukken jonger dan 40 jaar
Omvang:
34,4 meter
Herkomst:
Bewaring
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100
Geografische namen:
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Cellezusters te Amersfoort
 
Archiefvormer Cornelis Volckens, burgemeester van Amersfoort
 
Archiefvormer Familie Van der Maeth te Amersfoort
 
Archiefvormer Stichting De Armen de Poth te Amersfoort
laatste wijziging 13-02-2021
3.800 beschreven archiefstukken
2.438 gedigitaliseerd
totaal 6.828 bestanden
Gevonden archiefstukken
Hilhorst, J.H.M. en J.G.M. Soest; Hees en De Birkt pp. 70-73
2.2.1.5.6.3. Campsweert (Soest)
993 Akte met getuigenverklaringen ten overstaan van schout en schepenen van Soest inzake het maken van de dijk aan de Eem, 1532. Met zegels. Regestnr 424. i
922 Akte waarin ten overstaan van de abt van de Sint Paulusabdij te Utrecht
- Gerbrich Willems dochter van Hardevelt kwijtscheldt haar man Jan van Malsen de lijftocht van 12 gulden per jaar uit een derde deel van vier kampen land bij de hoeve te Hamelenberg te Soest
- Jan van Malsen overdraagt aan Sint Paulusabdij dit derde deel, waarmee vervolgens beleend wordt Jan van Weelle, met voorwaarden van lijftocht aan zijn dochters Anna en Alydt en Lysbeth Frans die Haze dochter, 1535. Regestnr 442. i
1054 Akte waarbij ten overstaan van de abt van de Sint Paulusabdij Jan van Malsen afstand doet van de helft van nog een derde deel onverdeeld van vier kampen land de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en de Hoekmaet bij het goed Hamelenberg in het gerecht van Soest, waarmee vervolgens beleend wordt Jan van Weelle met voorwaarden van lijftocht aan Anna en Alydt, dochters van hem en Lysbeth Ffrans die Haze dochter, 1535. Regestnr 443. i
1055 Akte waarbij de abt van de Sint Paulusabdij beleent Rutger van der Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, nadat Jan van Wely afstand ervan heeft gedaan, met eenderde van vier kampen land gelegen bij het goed Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en Hoeymaet, met voorwaarde van lijftocht aan Elizabeth vrouw van Jan van Wely uit dit goed, 1537. Regestnr 458. i
1056 Akte waarbij de abt van de Sint Paulusabdij beleent Rutger van der Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, nadat Jan van Wely afstand ervan heeft gedaan, met de helft van nog eenderde van vier kampen land onverdeeld gelegen bij het goed Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en Hoekmaet, met voorwaarde van lijftocht aan Elizabeth Vranck die Hasen dochter, vrouw van Jan van Wely, uit dit goed, 1537. Regestnr 459. i
1059 Akte waarbij de abt van de Sint Paulusabdij beleent Jan van Wely met eenderde van vier kampen land bij de hoeve te Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Oudeweyde, de Nyencamp en de Hoeymaet, nadat Rutger vander Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, er afstand van heeft gedaan met voorwaarde van lijftocht voor zijn vrouw Elyzabeth, 1537. Regestnr 462. i
1060 Akte Geryt vander Nyekerck, abt van de Sint Paulusabdij, beleent Jan van Wely met de helft van nog eenderde van vier kampen land bij de hoeve te Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Oudeweyde, de Nyencamp en de Hoeymaet, nadat Rutger vander Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, er afstand van heeft gedaan met voorwaarde van lijftocht voor zijn vrouw Elyzabeth, 1537. Regestnr 463. i
923 Akte waarin ten overstaan van de abt van de Sint Paulusabdij Elizabeth Franck die Hazen dochter, met haar voogd Adriaen Beywenz, haar man Jan van Wely kwijtscheldt de lijftocht van twaalf Utrechtse guldens per jaar uit eenderde van vier kampen land van de hoeve te Hamelenberg, de Stockmaet, de Nyencamp, die Oude Weyde en de Hoekmaet, in de Slaag in het gerecht van Soest en Jan van Wely overdraagt aan de Sint Paulusabdij dit eenderde deel, waarmee nu beleend wordt Peter Meynsz van Westrenen namens de Armen de Poth, 1541. Regestnr 488
Akte waarin de abt van de Sint Paulusabdij Reijer van Wenckem namens de Armen de Poth beleent met de helft van de vier kampen, 1583. Regestnr 581
Akte waarin de leenhof van de abdij van Sint Paulus Diederick van Westrhenen namens de Armen de Poth beleent met de helft van de vier kampen, 1614. Regestnr 623
Akte waarin de leenhof van de abdij van Sint Paulus Diederick van Westrhenen namens Armen de Poth beleent met de helft van de vier kampen, 1626. Regestnr 637, 1541, 1583, 1614, 1626. i
2.2.1.5.6.18. Soest
2.2.1.5.6.20. Vranckenhoeve (Soest)
1169 Akte waarin ten overstaan van schout en landgenoten en buren van Leusden broeder Peter Diercs zoen, namens het klooster Mariënburg te Soest, belooft aan Hildegondt weduwe van Willem van Dam en haar erfgenamen dat het klooster ten behoeve van de Pothbroeders elk jaar aan de armen uitdelen zullen aan gebakken weit de helft van de renten uit de helft van vier akkers land, in tweevoud, 1462, met verzoekschrift van de Armen de Poth aan en beschikking van de Staten van Utrecht inzake de verdeling van de opbrengst van deze akkers, 1626, met kopieën uit de rekeningen van de Poth en andere stukken, 1603, 1613, 1623 i
348 Onderhandse akte waarin Jan Maess huurt van het Sint Agathaklooster te Amersfoort, het klooster Mariënburg te Soest en de Armen de Poth 23 morgen in Hamersveld, 1637. Kopie.
770 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen van Soest door Stijna weduwe van Roleff Roolofs aan Henrick Henrickss van al haar rechten op een stuk veen, strekkende van de Zeldertse weg tot de Overenweg, 1456. Regestnr 137. i
1179 Testament ten overstaan van schout en schepenen van Soest van Hein Doem en zijn vrouw Weindelmoet, met Reyner Reyners sone haar voogd, aan elkaar, 1439. Regestnr 90. i
1117 Testament ten overstaan van schout en schepenen van Soest van Claes Gerrits en zijn vrouw Willam aan hun kinderen, 1506. Regestnr 297. i
1123 Akte van huwelijksvoorwaarden tussen Luman Aert Moyen soen met Albert zijn zoon en Jacob Soest met Bely zijn dochter van inzake erf en goed de Glashorst, de helft van 7 morgen in Zuurbroek, gemeen met Willem Hoeflaet, een hof in de Horseweide, de helft van 20 dagmaten in Bunschoten en een huis op het Havik waar Albert woont, 1521. Regestnr 357. i
806 Akte waarin ten overstaan van burgemeester, schepenen en raad van Amersfoort Jan Jan Wouterz te Soest verklaart in huur te hebben van Claes Gerryt huis, hof en hofstede en het land waar Jan op woont, 1528. Regestnr 392. i
50 Aerndt van Hilhorst, schout, Jan Claes soen, Jacob Cuper Jacobs soen, Albert Andries soen en Ricout Andriess, schepenen van Soest, oorkonden dat Evert van den Doem heeft overgedragen aan Aernt Ghysbert Hilhorsts zoen een hofstede die toebehoord heeft aan Evert Zoes, strekkende van de Brink tot aan de Overen wech, aan de noordzijde begrensd door het land van Aernt van Hilhorst, aan de zuidzijde door Rutger Rutger Hilhorsts soen. Oorspr met fragmenten van eerste en vierde zegel, het derde en vijfde verloren.
90 Ghijsbert van Lymbeeck, schout, Johan Claes soen, Johan Heinricx soen, Jacob Kuper en Jacob Lamberts soen, schepenen van Soest , oorkonden dat Hein Doem en zijn vrouw Weindelmoet, met Reyner Reyners soen haar voogd, een testament hebben gemaakt, waarbij ze elkaars erfgenamen zijn, met de volgende bepalingen:
zijk geen gemeenschap van goederen hebben, dat de erven die ieder ingebracht erven zullen hun ieders erfgenamen;
als Hein eerst overlijdt zal Weindelmoet de roerende goederen moeten delen met Heins erfgenamen en zullen zijn erfgenamen haar geven 50 Arnoldusguldens, als die goederen dat niet opleveren krijgt ze een aandeel in zijn erf;
Wanneer Wendelmoet eerst overlijdt dan zal Hein de roerende goederen delen met Wendelmoets erfgenamen;
Alle onroerende goederen die zij samen bekostigen of verwerven zal gelijkelijk gedeeld worden als de roerende goederen. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, het eerste en tweede enigszins geschonden.
98 Egbert Nagel Jans soen, schout, Maes Peters soen, Jan Heinricx soen, Willem van Hagenouwen en Ysac Geryts soen, schepenen van Soest, oorkonden dat Aernt Ghysbert Hilhorst soen heeft overgedragen aan Alyt Coninc Heinen weduwe huis, hofstede met een stuk land, strekkende van de Brink tot de Overen wech, aan de zuidzijde begrensd door land van Jonkheer van Gaesbeek, aan de noordzijde Heinric Wenick Aernt soen. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, meer of minder geschonden, fragment van het derde.
126 Heinric Ghijsbert soen, schout, Evert Jacop soen, Aernt Rutgherss, Albert Gerrijt soen en Roes Everts, schepenen van Soest, oorkonden dat Evert Janss en Griet zijn vrouw en Mergriet dochter van Jacob Goden soen verkopen aan Jan van Heese en zijn vrouw Dyliaen een drie vierendeel land strekkende van de Dwarssloet tot de Eem, begrensd aan de oostzijde door het land van Claes Roese, aan de westzijde door Heessche wech. Oorspr. Met zegels van de oorkonders.
134 Gheryt Jacops soen, schout, Peter Peters soen, Wouter Scae, Bertout Everts soen, Jan Stuep, Heynric Naghel Jacops soen, Willam van Haghenouwe en Goe Stael, schepenen van Soest, oorkonden dat Ermghert Arent Rutghers soens vrouw met haar man en voogd heeft overgedragen aan Peter Willams soen namens de vrouw van Willam van Dam een halve maat van vier dammaten te Soest, Campsweert genaamd, gemeenschappelijk met Heynrickgeyn Heynric Botters dochter, aan de ene zijde begrensd door het land van Lambert Pijl en aan de andere zijde de Eem. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, meer of minder geschonden.
137 Gheryt Jacobsoen, schout, Aernt Rutgherssoen, Ryer Albertsoen, Gheryt die Ruese Evertsoen en Johan Cuper, schepenen van Soest, oorkonden dat Stijna weduwe van Roleff Roolofs heeft overgedragen aan Henrick Henrickss al haar rechten op een stuk veen in Zeldert, van de Selderschen wech tot aan de Oeveren wech, aan de oostzijde begrensd door het land van Wouter die Beer en aan de westzijde door het land van Eelgis van Weden erfgenamen tot de Overenweg, aan de ene zijde begrensd door het land van Wouter die Beer en aan de andere zijde dat van de erfgenamen van Eelgys van Wede. Oorspr. Met de zegels van de oorkondes, geschonden, het vierde verloren.
155 Roeloff Timans zoen, schout, Evert van Vlowyck, Henrick Botter, Peter van Westrenen, Jan Goeden zoen, Lubbert Valck, Arnt Arnts zoen en Wouter Pott, landgenoten en buren van Leusden, oorkonden dat broeder Peter Diercs zoen, namens het klooster Mariënburg te Soest, beloofd heeft aan Hildegondt die Willems wyff was van Dam en haar erfgenamen dat het convent na haar dood met hulp van de Pothbroeders elk jaar op Sint Remigius aan de armen uitdelen zullen gebakken weit uit de opbrengst van de helft van de renten uit de helft van vier akkers land te Hamersveld, onverdeeld, van welke akkers drie strekken van de Berchwechse wetering tot de Hagenouwse Beek en de vierde akker van de Hamersveldse weg tot de Hagenouwse Beek, aan ene zijde begrensd door het land van de heren van Oudmunster en aan de andere zijde de erfgenamen van Willem Utenhage, in het geval dat het klooster in gebreke blijft zal de rente aan de Armen de Poth vervallen, bezegeld door de eerste vijf oorkonders. Twee exemplaren, geliast met andere stukken betreffende deze rente. Het eerste exemplaar fragment van het tweede zegel, de andere zegels verloren. Van het tweede exemplaar alleen het vijfde zegel verloren.
195 Ghysbert Henrix soen, schout, Rutgher Gherytss, Beernt Scha Jacobss, Goessen de Greeff Aerntss en Albert Reyerss, schepenen van Soest, oorkonden dat Wyllam van Dam Peterss heeft overgedragen aan Rutger de Beer Jacobss namens Ermgaert Peter Wyllams soens dochter, vrouw van Evert Bot Henrixs een stuk land, Campsweert genaamd, gemeenschappelijk bezit met de erfgenamen van Henric Botter Goertss strekkende langs de Eem, aan de noordzijde begrensd door het land van de erfgenamen van Lambert Pyl. Oorspr. Met zegels van de oorkonders.
257 Henrick Gysberts, schout, Albert Heynrick Nagels soen, Peter Gysberts, Evert Aertsoen en Geryt Jacops, schepenen van Soest, oorkonden dat Ermgaert Evert Bot Henrics weduwe, met Willam van Dam Peters haar voogd, heeft overgedragen aan Willam Evert Bot Henrics dochter, vrouw van Claes Gerytss het erf Campsweert, gemeenschappelijk bezit met de erfgenamen van Henric Botter Goerts, strekkende langs de Eem, aan de noordzijde begrensd door het land van de erfgenamen van Lamber Pyl, aan de zuidzijde door dat van het gasthuis te Amersfoort. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, het tweede geschonden.
279 Willam de Wyse, schout, Luman Reyers, Amel Everts en Geryt Henrics, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacop Zoes en Armgart zijn vrouw overgedragen hebben aan Claes Geryts en zijn vrouw Willam, Evert Aerts en zijn vrouw Aeff, Jan Geryts en Willam en Feyns, Geryt Meeuss dochteren de goederen hen nagelaten door Geryt Meeuss en zijn vrouw Lubbrich. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, fragment van het tweede zegel, het derde en vierde verloren.
297 Henrick Ghiesbertz, schout, Jan Henrics van Hagenouwe, Gerrit Jacobss, Claes Loychs en Gerrit Henrics, schepenen van Soest, oorkonden dat Claes Gerrits en zijn vrouw Willam een testament gemaakt hebben waarbij ze hun goederen nalaten aan hun kinderen. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, fragmenten van het eerste en vierde zegel, het derde geschonden en het vijfde verloren.
335 Jan van Wede, knape, oorkondt dat Jorden Gysberts vermaakt aan zijn broer, heer Jan, de hofstede Luttike Weede, die toebehoord heeft aan Wouter Geryts van Leeuwen, nadat heer Jan die overgedragen had, ten overstaan van de leenmannen Clais Geryts en Jacob Soest. Oorspr. Met zegel van de oorkonder.
350 Willem van Nyerkercke, abt van Sint Paulus te Utrecht, beleent Reyner Peters namens de Heilige Geest en de Poth met alle goederen in het gerecht Soest die Goert Vlug van de abdij in leen en die hij heeft overgedragen ten overstaan van de leenmannen Gerryt Gerryts, Willem van Zuylen en Gerryt Gerryts de Jonge. Oorspr. Met het zegel van de abt, aan de rechterkant geschonden.
357 Willem Evertss en Bertelmeeus Evertss huwelijkslieden van Luman Aert Moyen soen en zijn zoon Albert en Jan Soest en Claes Geryts, huwelijkslieden van Jacob Soest en zijn dochter Bely sluiten een huwelijksovereenkomst waarbij de eerste partij inbrengt: erf en goed te Glashorst; de helft van 7 morgen in Zuurbroek, gemeen met meester Willem Hoiflaet; een hof in de Horseweide, aan de ene zijde begrensd door het land van Luman, aan de andere zijde dat van Gysbertgen Peters; de helft van 20 dagmaten in Bunschoten, afkomstig van Alberts eerste vrouw Cuner; een huis op het Havik waar Albert woont. De tweede partij brengt onder andere in tien dagmaten land in Zeldert in drie kampen, aan de ene zijde begrensd door Meyns Peter Aeltzs, aan de andere zijde Steven Verburch; anderhalve dagmaat in die Hont, strekkende langs de Werffdyck. Oorspr. De zegels van de huwlijkslieden zijn verwijderd.
392 Burgemeesters, schepenen en raad van Amersfoort oorkonden dat Jan Jan Wouterz te Soest verklaart schuldig te zijn aan huur vier gouden Philippus guldens aan Claes Gerryt voor huis, hof en hofstede en het land, waar Jan op woont. Oorspr. Met secreetzegel van de stad.
424 Henrick Geerloffz, schout, Gisbert Meynss, Jan Evertss en Jan de Bruijn Janss, schepenen van Soest, oorkonden dat Willam Gisbertss Staell, meer dan zestig jaar oud, en Peter Peterss, meer dan 40 jaar oud, een getuigenverklaring afleggen op verzoek van Jan Boch Janss, gemachtigde van Henrick Corneliss burger te Amersfoort inzake het maken van de dijk aan de Eem. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, meer of minder geschonden.
426 Zeger vande Wilde, schout, Jan Soest, Meus de Wild Geritz en Geryt Germanss, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Neel Jacop Reyerss weduwe met haar voogd Jan Pyll heeft overgedragen aan Jan van Westrenen ten behoeve van de Armen de Poth een hofstede in de Teut, voorheen begrensd aan de ene zijde door het erf van Claes van Leijen en nu door De Poth, aan de andere zijde voorheen door dat van Willem Goirts en nu ook de Poth. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders.
439 Roloff Peters, schout, Wouter Claess, Loich Rutgers, Henrick Geritz en Jacop Staell, schepenen van Soest oorkonden dat Claes Gerits soen heeft overgedragen aan Lobberich Jorden Ghysbertss weduwe een stuk land geheten de Campsweerd, gezamenlijk met Henrickgen Helmichs weduwe, strekkende langs de Eem, aan de westzijde begrensd door het land van Alydt Wouter die Beren weduwe , aan de noordzijde dat van Anthonis Bernts en aan de zuidzijde Goirdt van Wede en zijn vrouw Weym. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, het eerste, tweede en derde min of meer geschonden.
442 Matheus van Goch, abt van Sint Paulus te Utrecht oorkondt dat
Gerbrich Willems dochter van Hardevelt, met haar voogd Thys Janss, haar man Jan van Malsen kwijt scheldt de lijftocht van 12 Utrechtse currente guldens per jaar uit eenderde van vier kampen land van de hoeve te Hamelenberg, de Stockmaet, de Oudeweyde, de Nyencamp en de Hoemaet, in de Slaag in het gerecht van Soest en dat
Jan van Malsen overdraagt aan de Sint Paulusabdij dit eenderdedeel, waarmee beleend wordt Jan van Weelle met voorwaarden van lijftocht aan Anna en Alydt, dochters van hem en Lysbeth Ffrans die Haze dochter, ten overstaan van de leenmannen Goirdt van Voirde Henrics en Jan Therbruggen van Goch. Oorspr. Met zegel van de abt, aan de rechterkant beschadigd.
443 Matheus van Gocht abt van Sint Paulus te Utrecht oorkondt dat Jan van Malsen overdraagt aan de Sint Paulusabdij de helft van eenderdedeel onverdeeld van vier kampen land de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en de Hoefmaet bij het goed Hamelenberg in het gerecht van Soest waarmee vervolgens beleend wordt Jan van Weelle met voorwaarden van lijftocht aan Anna en Alydt, dochters van hem en Lysbeth Ffrans die Haze dochter, ten overstaan van de leenmannen Goerdt van Voirde Henrics en Jan Therbruggen van Goch. Oorspr. Het zegel verloren.
458 Geryt vander Nyekerck, abt van Sint Paulus, beleent Rutger van der Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht nadat Jan van Wely afstand ervan heeft gedaan, met eenderde van vier kampen land onverdeeld gelegen bij het goed Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en Hoeymaet, met voorwaarde van lijftocht aan Elyzabeth vrouw van Jan van Wely uit bovengenoemde goed, ten overstaan van de leenmannen Jan ter Bruggen van Goch en Geryt Noest. Oorspr. Met zegel, rechtsonder geschonden.
459 Geryt vander Nyekerck, abt van Sint Paulus, beleent Rutger van der Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht nadat Jan van Wely afstand ervan heeft gedaan, met de helft van eenderde van vier kampen land onverdeeld gelegen bij het goed Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Nyencamp, de Oudeweyde en Hoeymaet, met voorwaarde van lijftocht aan Elyzabeth Vranck die Hasen dochter, vrouw van Jan van Wely, uit bovengenoemde goed, ten overstaan van de leenmannen Jan ter Bruggen van Goch en Geryt Noest. Oorspr. Met zegel, geschonden.
462 Geryt vander Nyekerck, abt van Sint Paulus, beleent Jan van Wely met eenderde van vier kampen land bij de hoeve te Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Oudeweyde, de Nyencamp en de Hoeymaet, nadat Rutger vander Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, er afstand van heeft gedaan met voorwaarde van lijftocht voor zijn vrouw Elyzabeth, ten overstaan van de leenmannen Jan ter Bruggen van Goch en Jan Stevensz van Zeyst. Oorspr. Met zegel.
463 Geryt vander Nyekerck, abt van Sint Paulus, beleent Jan van Wely met de helft van eenderde van vier kampen land bij de hoeve te Hamelenberg in het gerecht Soest, de Stockmaet, de Oudeweyde, de Nyencamp en de Hoeymaet, nadat Rutger vander Kerck, raadsheer bij het Hof van Utrecht, er afstand van heeft gedaan met voorwaarde van lijftocht voor zijn vrouw Elyzabeth, ten overstaan van de leenmannen Jan ter Bruggen van Goch en Jan Stevensz van Zeyst. Oorspr. Met fragment van het zegel.
487 Geryt vander Nyerkercke, abt van Sint Paulus, oorkondt dat Elyzabeth Francke die Hazen dochter, met haar voogd Adriaen Berwenz, haar man Jan van Wely kwijt scheldt de lijftocht van twaalf Utrechtse currente guldens per jaar uit de helft van eenderde van vier kampen land van de hoeve te Hamelenberg, de Stockmaet, de Nyencamp, die Oude Weyde en de Hoekmaet, in de Slaag in het gerecht van Soest en dat
Jan van Wely overdraagt aan de Sint Paulusabdij dit eenderdedeel, waarmee nu beleend wordt Peter Meynsz van Westrenen namens de Poth, waarvoor Peter hulde, eed en manschap doet ten overstaan van de leenmannen Rycout van Bylaer en Alart Jansz. Oorspr. Met zegel, geschonden.
488 Geryt vander Nyerkecke, abt van Sint Paulus, oorkondt dat Elyzabeth Francke die Hazen dochter, met haar voogd Adriaen Beywenz, haar man Jan van Wely kwijt scheldt de lijftocht van twaalf Utrechtse currente guldens per jaar uit eenderde van vier kampen land van de hoeve te Hamelenberg, de Stockmaet, de Nyencamp, die Oude Weyde en de Hoekmaet, in de Slaag in het gerecht van Soest en dat
Jan van Wely overdraagt aan de Sint Paulusabdij dit eenderdedeel, waarmee nu beleend wordt Peter Meynsz van Westrenen namens de Poth, waarvoor Peter hulde, eed en manschap doetten overstaan van de leenmannen Rycout van Bylaer en Alart Jansz. Oorspr. Met zegel.
497 Meyns Hubert Hylhorst, schout, Loich Toniss, Aert Rutgerss, Reyer Thoniss en Jan Everts, schepenen van Soest, oorkonden dat Lobberich Jorden Ghysbertz weduwe, met haar broer Wouter Claess als vloogd, heeft overgedragen aan Evert Joirdenss vander Maet een stuk land Campsweert geheten, gemeenschappelijk bezit met Henrickgen Helmichs weduwe nu vrouw van Dirck van Waell, strekkende langs de Eem, aan westzijde begrensd door het land van de erfgenamen van Alydt Wouter de Leeuws weduwe, aan de noordzijde door dat van Anthonis Bernts, aan de zuidzijde dat van Bart van Wede en Weym zijn vrouw. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders.
498 Meyns Hubert Hilhorst, schout, Loich Thoniss, Aert Rutgerss, Reyer Thoniss en Jan Everts, schepenen van Soest, oorkonden dat Lobberich Jorden Ghijsberts weduwe, met haar broer Wouter Claess als voogd, heeft overgedragen aan Evert Jordenss vander Maet huis, hof en een stuk land strekkende van de Brynck tot aan de Over wech toe, aan de zuidzijde begrensd door Anthonis Bernts, aan de westzijde Henrick Bot Aerts, met voorwaarde dat als Evert overlijdt zonder wettige erfgenamen het goed weer vervalt aan Lobberich of haar erfgenamen. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, het vierde geschonden.
520 Lobberich Jorden Gysbertz weduwe maakt een testament waarbij
- haar oudste zoon Gysbert Jordenss Vermaet in het huwelijk meegegeven heeft de heerlijke goederen van zijn vader; een losrente van 7,5 gulden van haar goederen gaande uit Geryt Teynagels goed; 2,5 Philippusguldens van haar goederen gaande uit Peter Meynss goed; 35 morgen land in Nederlangbroek, afkomstig van zijn overleden broer, met een losrente van 20 Keizersguldens voor zijn zuster Meynsgen; huis, hof en hofstede waar zij nu woont staande in de Broel straet, met uitzondering van de inboedel;
- aan haar zoon Evert geeft zij twee hofsteden met de huisjes daarop; met nog 23 halve schepel roggeland, te Soest in Franckenhove; de rechte helft van een maat land in Soest aan de Eem, waarvan de andere helft aan Dirck de Wael toebehoort; vier morgen land in het gerecht Blocklant bij Montfoort; 2 morgen land in Vuilcoop en Schonauwen, met de bepaling dat deze na zijn dood gaan naar Dam zijn zuster; de helft van twee stukken land in Woesteygen, waarvan de andere helft toebehoort aan meester Peter Zoest en haar zuster Dam, gaande na zijn dood eveneens naar zijn zuster Dam; een stuk land op de Eng, gemeen met met meester Peter, gaande eveneens na zijn dood naar zijn zuster Dam; een stul land te Ankeveen in het gerecht Kortenhoef, gaande na zijn dood naar zijn zuster Meynsgen; een losrente van twee Keizersguldens op de stad Amersfoort met 20 stadsguldens lijfrente; een huis te Utrecht in de Jacobijnenstraat; twee Keizersguldens uit Mechtelt van Snellenberchs goed;
- aan Dam haar dochter geeft zij 18 dagmaten land in Nederzeldert; vier dagmaten land daarnaast gelegen na de dood van haar broer Jacob; Meynsgen zal haar zuster Dam geven vier dagmaten land in Nederzeldert; de helft van het huis en de plaats waar meester Peter en Lobberichs zus Dam in wonen en waarvan zij de andere helft bezitten; het halve huis achter aan op de Gracht waar Aert de Witt in woont eveneens gemeen met meester Peter; het halve h
555 Joost van Hertevelt, schout, Rutger Poeyt en meester Jacob Soest, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Reyertgen Bor Goortsz dochter, met haar voogd Goort Verhaer, heeft overgedragen aan Lumen Terlinde namens de Armen de Poth de renten genoemd in de akten waar deze is doorgestoken en een jaarlijkse rente van dertien gulden en vijftien stuivers van? Willem Suermont en zijn vrouw Goortgen op 25 augustus 1570 verkocht hebben. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders.
581 Gerrit van Mierlo, abt van Sint Paulus beleent meester Reijer van Wenckem namens de Poth met de helft van vier kampen. land bij het goed Hamelenberg in de Slaag in het gerecht Soest, te weten de Stockmaet, de Nijencamp, de Oude Weijde de de Hoekmaet, waarvoor Reijer hulde, eed en manschap heeft gedaan ten overstaan van de leenmannen Goerdt Verschoor en Cornelis Anthonisz. Oorspr. Met zegel van de abt, aan de rand enigszins geschonden.
592 Jacob Gerrits en Jorden Poijt, huwelijkslieden, Ghysbert van der Maeth en Cunera Albert Lumanss dochter met hun zoon Everdt, aan de ene kant en Cornelis Reijers en Jacob van Westrenen, huwelijkslieden en Catherijna weduwe van Jan van Snuell met haar dochter Wilhelma van Snuel, aan de andere kant, sluiten een huwelijksovereenkomst waarbij
waarbij de eerste partij inbrengt
- de helft van huis, hofstede, boomgaarden en houtgewas in Nederlangbroek, groot 35 morgen, in pacht bij Pons Claess;
- het vierde deel van erve en goed op het Hooghelandt, geheten Luttike Weede, waarvan de helft van Poijtghen Swart toebehoort, in pacht bij Thonis Rijcx;
- drievierde van 6 dagmaten aan de overzijde van de Laak strekkende van het land van kapitein Luijt Rycx Dyckstael tot aan de Gelderse dijk, waarvan het vierdedeel toebhoort;
de andere partij brengt in:
- erve en goed gelegen te Soest Mapperdeus geheten;
- de helft van twee vierdelen in het Zwarteland, gemeenschappelijk met Jacob van Westrenen;
- de helft van een rentebrief van 500 Karolusguldens hoofdsom, ten laste van Jan van Schadyck;
- de helft van twee rengtebrieven elk van 200 glden hoofdsom, ten laste van het klooster Mariënhof en Jan van Ryn Henricxz;
- een lijfrente van 10 Karolusguldens per jaar voor Wilhelmina, ten laste van de stad Amersfoort;
- 12 gulden 10 stuivers lijfrente jaarlijks bij reductie? 10 gulden jaarlijks ten laste van de stad Antwerpen;
- een losrente van 6 Karolusguldens jaarlijks, hoofdsom 100 gulden, ten laste van de weduwe van Jan Boede;
- Mocht een van hen beiden overlijden zonder een kind bij de andere te hebben, dan vervallen de goederen weer aan de familie waar ze vandaan komen;
- verder zal Evert aan Wilhelmina binnen het jaar als morgengave een lijfrente geven van 25 Karolusguldens jaarlijks tot ze hertrouwt. Oorspr. Met zegels en handtekeningen van de huwelijkslieden.
623 Frederick van Baexen stadhouder van het leenhof van de abdij van Sint Paulus beleent Diederick van Westrhenen namens de Poth met de helft van de vier kampen de Stockmaet, de Nieuwe Camp, de Oude Weyde en de Hoekmaet, gelegen bij het goed Hamelenberg in de Slaag in het gerecht van Soest, waarvoor Diederick hulde, eed en manschap heeft gedaan ten overstaan van Cornelis van Westrhenen, leenman van het Sticht Utrecht, en Leen van Suijlen, leenman van de abdij. Oorspr. Met zegel van het leenhof, geschonden.
637 Cornelis van Deuverden, stadhouder van het leenhof van de abdij van Sint Paulus beleent Diederick van Westrhenen Aertsz namens de Poth met de helft van de vier kampen de Stockmaet, de Nieuwe Camp, de Oude Weyde en de Hoekmaet, gelegen bij het goed Hamelenberg in de Slaag in het gerecht van Soest, waarvoor Diederick hulde, eed en manschap heeft gedaan ten overstaan van Gerbrand de Beer en Cornelis van Asch, leenmannen van de abdij. Oorspr. Met zegel van het leenhof, geschonden.
in de Slaag Oorspr. Met zegel.
647 Gekanteeld doorsneden: A drie lelies naast elkaar; B onder een sterretje. i
742 Drie potten met hengsel. i
742 Een huismerk in de vorm van een Z met middenin aan de linkrkant een dwarsstreepje. i
742 Boven twee lelies, vergezeld onder van een ruit. i
742 Boven een lelie, vergezeld onder van twee hamers naast elkaar. i
742 In het midden een huismerk in de vorm van een korte staak, in het midden onder en boven een korte
enigszins schuingeplaatste streepje, aan de einden van de dwarsbalk een streepje omhoog waaraan een ring aan de binnenkant, vergezeld boven van een letter V. i
770 Drie lelies. i
770 Rechtsboven een ruit, linksboven en onder een lelie, vergezeld boven van een vijfpuntige ster. i
770 Boven twee lelies, vergezeld onder van een ster. i
770 Onder twee lelies, vergezeld linksboven van een bemmel en rechtsboven van een vijfbladige bloem. i
975 Drie lelies. i
975 Een dwarsbalk, vergezeld rechtsboven van een lelie? i
975 Een dwarsbalk, vergezeld rechtsboven van een lelie. i
975 Een linkse schuinbalk, vergezeld van vijf lelies, twee beneden langs de balk, rechts drie (2-1). i
975 Drie schuingeplaatste omgekeerde zwaarden. i
975 Beneden twee lelies, vergezeld linksboven van een bemmel en rechtsboven van een ster. i
975 Vier lelies (2-2), vergezeld in het midden van een ster. i
975 Gekanteeld doorsneden met drie kantelen: A linksboven een ster; B effen. i
976 Boven drie lelies naast elkaar, vergezeld onder van een bemmel die rechts getopt is met een vierbladige bloem. i
976 Boven twee lelies, vergezeld in der van een ruit. i
976 Een dwarsbalk. i
976 Een krulkruis. i
976 Twee lelies, vergezeld onder van een ster. i
977 Boven drie lelies naast elkaar, onder een bemmel, vergezeld in het midden van een sterretje. i
977 Boven twee lelies, vergezeld onder van een bemmel. i
977 Een dwarsbalk, vergezeld linksboven van een ster. i
977 In het schildhoofd drie lelies naast elkaar, vergezeld onder van een bemmel. i
977 Links een omgewende vogel, rechts een ster?. i
978 Twee lelies, één linksboven en één linksonder, vergezeld van vijf schijfjes, drie boven naast elkaar
rechts van de lelie, twee rechts net boven de onderste lelie. i
978 Drie lelies naast elkaar in het schildhoofd, vergezeld onder van een bemmel. i
978 Drie lelies. i
978 Boven twee lelies, vergezeld onder van een zespuntige ster. i
978 Boven een aanziende ossenkop, vergezeld onder van een barensteel met drie hangers waarvan de twee buitenste schuin naar buiten staan. i
993 11-12-1532 i
993 Een dwarsbalk, vergezeld boven van twee figuren en onder van een lelie. i
993 Een aanziende ossenkop, vergezeld onder van een vogel? i
993 Drie lelies? i
1064 Twee lelies, de een linksboven, de ander onder, vergezeld van ?. i
1064 Drie lelies langs de linkerzoom, rechtsboven een adelaar, vergezeld tussen de adelaar en de bovenste lelie van een ster. i
1064 Twee lelies, een linksboven en de ander beneden, vergezeld van een schaakpaard. i
1065 Onder twee schuine gekruiste takken met bladeren, boven drie lelies naast elkaar, vergezeld in het midden van een ster. i
1065 Een huismerk in de vorm van een hoofdletter Y, boven vergezeld van een heel klein kruisje. i
1065 Rechtsboven een een lelie. i
1065 Vier lelies, twee onder en twee boven, vergezeld in het midden van een vijfpuntige ster. i
1065 Een lelie. i
1066 Boven drie lelies naast elkaar, beneden een bemmel, vergezeld in het midden van een sterretje. i
1066 Onder een boom in T-vorm op vaste grond, boven een vis, vergezeld rechts onder de vis van een sterretje. i
1066 Rechtsboven een ruit, linksboven en onder een lelie, vergezeld boven van een vijfpuntige ster. i
1066 Drie schuingeplaatste omgekeerde zwaarden, vergezeld linksboven van een lelie. i
1066 Drie lelies. i
1067 Twee lelies, één linksboven en één linksonder, vergezeld van vijf schijfjes, drie boven naast elkaar
rechts van de lelie, twee rechts enigszins hoger dan de onderste lelie. i
1067 Boven drie leies naast elkaar, vergezeld onder van een bemmel. i
1067 Drie lelies. i
1067 Boven twee lelies, vergezeld onder van een ster. i
1067 Boven een aanziende ossenkop, vergezeld onder van een barensteel met drie hangers waarvan de twee buitenste schuin naar buiten staan. i
1117 Boven drie lelies naast elkaar, onder een bemmel, vergezeld in het midden van een sterretje. i
1117 Drie lelies. i
1117 Gedeeld: I een ster; II een omgewende vogel op vaste grond, de kop getopt met vier stippen in de vorm van een ruit. i
1117 Onder twee lelies, vergezeld boven van ? i
1172 Een van onderen gekanteelde dwarsbalk, vergezeld boven van drie lelies naast elkaar. i
1179 Drie torens(?) i
1179 Drie lelies langs de linkerzoom, rechtsboven een adelaar, vergezeld tussen de adelaar en de bovenste lelie van een ster. i
1179 In een schildhoofd drie lelies naast elkaar, onder vergezeld van twee gekruisde olijftakken. i
1179 Onder twee lelies naast elkaar, linksboven een bemmel, rechtsboven een ster. i
1179 Drie vijfbladige bloemen, vergezeld in het midden van een stip. i