Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Hervormde gemeente te Soest, 1738-1951

0926 Hervormde gemeente te Soest, 1738-1951

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.1. De Hervormde Gemeente te Soest
0926 Hervormde gemeente te Soest, 1738-1951
1. Inleiding
1.1.
De Hervormde Gemeente te Soest
Zoals van geen enkele Hervormde Gemeente op het platteland van Utrecht, kan ook van de gemeente te Soest een stichtingsdatum worden opgegeven. De aanvang van de Hervormde predikaties in de oude kerk, gewijd aan de H.H. Petrus en Paulus, kan gesteld worden op augustus 1587, maar dit betekent allerminst dat er van dan af een georganiseerde Hervormde gemeente bestaat.
Op 1 juni 1580 wordt bij plakkaat de Rooms-Katholieke eredienst in het Sticht Utrecht afgeschaft en verboden, maar bijna nergens laat men zich aan dit verbod ook maar iets gelegen liggen *  . Op de meeste plaatsen gaan de pastoors op de oude wijze voort met het celebreren van missen en het volgens de Katholieke ritus dopen en trouwen. Zij lopen hierbij in het begin zelfs geen enkel risico om door de Staten te worden afgezet *  . Alleen daar waar de kerk "onbediend" is, d.w.z. waar de pastoors gestorven of vertrokken zijn, worden door de Staten Hervormde predikanten aangest
eld als hun opvolgers. In Soest ontstaat een dergelijke vakature waarschijnlijk in 1585. Een vroegere monnik uit het klooster te Soest, Bruin Jacobsz, van Amersfoort, eigent zich het pastoraat toe en blijft in Soest ook nadat in 1587 de Staten Ds. Christiaen van Lennep als predikant aangesteld hebben. Het verblijf van Ds. van Lennep te Soest is slechts kort geweest. Er zullen in zijn tijd nog maar zeer weinige Hervormden geweest zijn, misschien waren hij en zijn gezin de enigen. Na zijn vertrek treedt Bruin Jacobsz. weer naar voren als bedienaar van de Soester kerk *  .
In 1593 wensen de Staten orde op zaken te stellen in de kerken van het platteland, waartoe zij een visitatiekommissie benoemen bestaande uit Jhr. Frederyck van Zuylen van Nyvelt, Ds Johannes Gerobulus en Ds Gerrit van Blockhoven, predikanten te Utrecht, en Henrick Buth, ouderling aldaar *  . De visitatoren treffen in Soest de kerk aan in desolate staat en nog niet ontdaan van de attributen van de Roomse eredienst, "Bruno Jacobus van Amersfoort bedient hier de kercke met predicken, ... ende heeft hem te dezer plaetse als pastoor gedragen den tijt van 8 jaeren".
Deze Bruin Jacobsz, is een typische overgangsfiguur. Het is niet waarschijnlijk-gezien de disordre van de katholieke hiërarchie-dat hij in 1585 zijn pastoraat op legale wijze heeft verkregen, noch dat hij zich geheel als Katholiek priester gedraagt, Hij schijnt geen missen meer te lezen, want anders hadden de visitatoren dit wel vermeld, maar te prediken, hetgeen er op wijst dat hij zich aan de nieuwe toestand tracht aan te passen. Toch is hij zeker geen dominee en heeft hij nimmer een officiële aanstelling van de Hervormde overheid gekregen, Volgens de visitatoren is hij "gansch onervaren in de religie" en wenst hij zijn ontslag, Aangezien hij nooit is aangesteld, behoeft hij echter ook niet ontslagen te worden en vertrekt hij in 1594 uit eigen beweging. De Staten benoemen nu Ds. Dirk Anthonisz. Victor tot predikant van Soest, die in Juni van dat jaar zijn intrede doet. Ook dit is geen sukses, in 1597 wordt hij uit Utrecht verbannen en opgevolgd door Ds. Govert Claesz. Deze mo
et reeds op gevorderde leeftijd zijn geweest, toen hij in Soest kwam. Wij mogen aannemen dat hetgeen de gedeputeerden van de synoden van Zuid-en Noord Holland in hun verslag over 1601-1602 opmerken omtrent de bediening in Soest deze Ds. Claesz, betreft.
Die opmerkingen zijn voor hem niet vleiend. De gedeputeerden noemen hem: "Een oudt man gheen verstandt hebbende der Religie, hij doet soo de lieden begheeren, seggende dat Maria uut dewelcke Christus seven duyvelen gedreeven heeft, eenen purperen mantel Christo gemaeckt hebbe, " en in een memorie uit 1601 herhalen zij dit in andere bewoordingen: "tot Soest is eenen sulcken ouden man tot een predicant gestelt, die niet alleen geen verstant en heeft van de Religie, maer oock selfs in allen dingen doet soo 't de huysluyden begeeren". *  De voortgang van de Hervorming verloopt inmiddels maar traag In 1606 verklaart Ds. Samu-el Pitius, die dan predikant te Soest is, op de eerste Utrechtse Provinciale Synode, dat hij op de zondagen een redelijk gehoor heeft, maar dat hij het zingen van psalmen nog niet heeft kunnen invoeren. Ook is er nog steeds geen H. Avondmaal gehouden en evenmin een diakonie ingesteld *  .
Pas na 1619, na de beslechting van de twisten tussen de Remonstranten (waartoe ook de predikant van Soest Ds. Paulus van der Linden behoort) en de Contra-Remonstranten, komt de Hervormde kerk in Soest langzaam tot bloei. Het duurt echter nog geruime tijd voor de gemeente zo groot is dat er een kerkeraad kan worden ingesteld. Ds. Herman Appels is in 1685 de eerste predikant die door een kerkeraad beroepen wordt *  . Alle vorige predikanten vanaf 1620 zijn beroepen door de classis Amersfoort bij ontstentenis van een kerkeraad te Soest. Vóór de instelling van deze classis in 1619 werden de predikanten uitsluitend door de Staten benoemd.
Ook al krijgt Soest pas een eeuw na de Hervorming in het Sticht zijn kerkeraad, in de classis Amersfoort zijn tal van gemeenten, die het nog langer zonder moeten stellen. Slechts Amersfoort, Bunschoten, Westbroek, Vreeland en Kortenhoef hebben al eerder een kerkeraad kunnen instellen.
Behalve een kerkeraad zijn er in Soest vanouds twee kerkmeesters benoemd door het plaatselijk gerecht, om de kerkelijke goederen te administreren. Ook na de Hervorming fungeren nog lange tijd Katholieke kerkmeesters. In 1816 maken de kerkmeesters plaats voor kerkvoogden, die sedert het midden van de 19e eeuw niet meer door de wereldlijke overheid worden aangesteld, maar door de gemeenteleden worden verkozen. In 1911 wordt voor dergelijke verkiezingen alsook voorde beroeping van predikanten een kieskollege ingesteld.
De bezittingen van de kerk van Soest zijn van ouds gering. De Katholieke kerk van Soest vóór de Hervorming was arm, zodat de pastoor werd onderhouden door middel van een omslag. Ook de eerste predikanten werden aldus betaald *  . In 1593 konstateren de visitatoren dat het jaarlijks inkomen van de kerkfabriek "uut een weynich lants ende eenige cleyne rentjens" slechts 25 guldens bedraagt. Het land bestaat bovendien gedeeltelijk uit heide-en rotsvelden, die in 1621 verkocht worden om er een kerkrestauratie mee te be-kostigen *  . Welke "cleyne rentjens" de Soester kerk had weten we niet nauwkeurig, maar in ieder geval wordt hier onder begrepen het recht om van iedere vreemde bijenstal, die in Soest en wel voornamelijk "op den Bergh" (Soesterberg) werd geplaatst een pond was of een bedrag van 12 schellingen te heffen. Dit recht dateert uit de Middeleeuwen en nog in de 19e eeuw worden inkomsten van
"bijensteden" in de kerkrekeningen verantwoord. Ook krijgt de kerk een bepaald bedrag voor ieder nieuw lid dat tot het schuttersgilde toetreedt. Op het eind van de 16e eeuw worden ook de goederen van de in de Katholieke tijd bestaan hebbende broederschap van de H. Anna bij de kerkgoederen gevoegd, maar ook hiervan zijn de inkomsten gering, slechts 12 guldens 's jaars. De eveneens te Soest bestaan hebbende broederschap van de H. Anthonius bezat in het geheel geen vaste goederen *  .
In de eerste helft van de 17e eeuw moet het grondbezit van de Soesterkerk aanzienlijk zijn uitgebreid. In 1661 omvat het de volgende kleine percelen *  :
1. De Kerckemaeth.
2. 't Kerckenoortgen.
3. Een parcheeltgen bouwlandts, gelegen nevens den Overwech.
4. Een Deurwechstuckgen, gelegen nevens den Overwech.
5. Een stuck bouwlandt, gelegen aen 't opgaende paeltgen.
6. Het Buntstuck.
7. Het Deurwechstuckgen.
8. Drie spynt landts, gelegen over de Baernwech.
9. Neyenberchsstuckgen.
10. Een parcheeltgen landts, gelegen bij Neyenberch.
11. Een halff schepel landts, gelegen bij den wyndtcoornmolen.
12. Een spynt landts, gelegen boven de kerck.
13. Een halff margen landts, gelegen boven het Molenpadt.
14. Een halff mudde gesaey bouwlandts, gelegen nevens Jan Roeten langen acker.
15. Een halff margen bouwlandts, gelegen over de Baernwech.
16. Een margen landts, gelegen achter Neyenberchswech,
1
7. Een halff margen landts, gelegen in den Dell.
De totale ontvangst aan pacht van deze percelen bedraagt in 1659 de som van 158 guldens 18 stuivers. Aan renten uit landerijen en obligaties wordt in dat jaar ontvangen 45 guldens 1 stuiver, aan bijengeld 10 guldens 16 stuivers en vanwege het lidmaatschap van elf nieuwe leden van het schuttersgilde 6 guldens 12 stuivers. De kosterij bezit in 1587 slechts 5 spint land en enkele renten van één stuiver op sommige huizen. De koster, tevens schoolmeester, zal het derhalve niet breed hebben gehad *  . Het is dan ook geen wonder dat hij moest omzien naar inkomsten uit bijverdiensten. In 1619 wordt op de vergadering van de classis Amersfoort van Jan Balthensz,, koster te Soest, gezegd dat hij gewoon is in drinkgelagen met de vedel te spelen. Hierover wordt hij ernstig onderhouden "terwijle hij claechde over het soober tractement" *  . In de 18e eeuw worden de goederen van de koste
rij bij die van de kerk gevoegd en voortaan krijgt de koster zijn tractement van de kerkmeesters.
Hoe groot het aantal Hervormden in de 17e eeuw te Soest is, weten wij niet. Nog in de 18e eeuw is het getal der Katholieken er aanzienlijk groter dan dat der Hervormden. Waarschijnlijk is dit in de 17e eeuw in nog sterkere mate het geval geweest. In de vijf jaar van 1750 tot en met 1754 worden er in de Hervormde kerk te Soest 67 kinderen gedoopt terwijl er in de R.K. statie Soest in dezelfde periode 154 doopsels worden toegediend *  , De geografische uitgestrektheid van de Hervormde gemeente en die van de R.K. statie is ongeveer gelijk. Het aantal belijdende lidmaten van de Hervormde gemeente in 1787 bedraagt 80, het aantal kommunikanten van de statie in 1775 beloopt 660 *  .
Ten tijde van de volkstelling van 1809 bedraagt het aantal Hervormden te Soest 377, in 1849 is dit toegenomen tot 967, in 1960 na de gro
te uitbreiding van het dorp in de tweede helft van de 19e en vooral in de eerste helft van de 20e eeuw tot 7936.
Geografisch omvat in de 17e en 18e eeuw de Hervormde gemeente het dorp Soest, de omgeving van het buitenverblijf der Oranjes te Soestdijk, de gehuchten Den Berg, De Birkt, Hees, Isselt en Keulhorst, De 80 lidmaten worden in 1787 als volgt verdeeld: 27 "in de Kerckebuurt", 17 "op het Lange End", 2 "achter Zoestdijk", 4 "aan de molen op den Eng", 3 "agter den Eng", 12 "op het korte End", 2 "in de Birk", 5 "op Hofslot", 3 "op de heyde agter Hees" en 5 "op het Hogeland onder de kapelle van Keulhorst", met de aantekening: "op Hees zijn tot nog toe geen ledematen" * 
Tengevolge van de bevolkingstoename en de daarmee gepaard gaande aangroei van het aantal Hervormden wordt Den Berg of Soesterberg een zelfstandige gemeente onder een eigen predikant, terwijl in 1926 in Soest een tweede predikantsplaats wordt gesticht, in 1946 een derde. Naast de oude kerk wordt in 1930 in de Nieuwerhoek te Soestdijk een nieuwe kerk, de Emmakerk, gebouwd in enkele jaren later een hulpkerk of kapel te Hees. Bij de ambtsaanvaarding van Ds. E. Groeneveld wordt de gemeente m twee wijken verdeeld elk met een wijkkerkeraad: Soest en Soestdijk (Emmawijk). Na de komst van Ds. M. Verkerk wordt een derde wijk gevormd, de Middenwijk, zodat er sinds 1948 twee wijken te Soest (Middenwijk en Soest-Zuid) en één te Soestdijk (Emmawijk) bestaan.
De Hervormde gemeente te Soest behoort voor het overgrote deel tot de z.g. midden-orthodoxie. Tengevolge van de bevolkingsuitbreiding namen ook degenen die behoorden tot de Gereformeerde Bondsrichting toe, Te hunnen gerieve werden enkele malen predikanten van de Geref. Bond in Soest beroepen, zoals Ds. Kruishoop en Ds. Verkerk. Men slaagde er echter niet in permanent een predikantsplaats voor de Gereformeerde Bond te reserveren. Thans bestaat voor hen een "buitengewone wijkgemeente in wording" volgens de overgangsbepalingen der kerkorde, art. 235, ingesteld door de Generale Synode, meteen eigen predikant en een afzonderlijke kerkeraad, die echter evenals de wijkkerkeraden vertegenwoordigd is in de centrale kerkeraad. In 1965 is door hen de nieuw gebouwde Ichthuskerk in gebruik genomen.

Kenmerken

Datering:
1738-1951
Soort toegang:
inventaris
Auteur:
C. Dekker
Openbaarheid:
De minimale openbaarheidstermijn is 20 jaar. Op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is de openbaarheidstermijn van stukken met (bijzondere) persoonsgegevens verlengd. Dit is bij ieder inv.nr. aangegeven.
Omvang:
13,5 meter
Herkomst:
bewaring
Opmerkingen:
De archiefstukken van de diakonie na 1950 zijn tijdelijk niet te raadplegen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0926 Hervormde gemeente te Soest, 1738-1951
VERKORT:
NL-AmfAE 0926
Geografische namen: