Johannes de Louter werd op 18 november 1810 als zoon van een notaris in Amersfoort geboren. Zijn grootvader, Jan de Louter, was afkomstig uit Utrecht en werd in mei 1756 ingeschreven in het lidmatenregister van de hervormde gemeente van Amersfoort *  Enkele jaren later, in december 1762 om precies te zijn, verwierf hij het burgerrecht waarbij in het burgerboek werd aangetekend dat hij van beroep schoolmeester en voorzanger was. *  Een van de kinderen uit zijn huwelijk met Emerentia Bos was de in 1769 geboren vader van Johannes, Jan. Deze werd in 1797 notaris in Amersfoort en zou dit tot 1833 blijven.

Johannes bezocht de Latijnse school waar hij een ijverige leerling moet zijn geweest; verschillende keren ontving hij in de vorm van boeken een prijs voor betoonde vlijt. * 

Van 1828 tot 1835 studeerde hij rechten in Utrecht, vermoedelijk al met het doel voor ogen zijn vader als notaris in Amersfoort op te volgen. In 1835, het jaar waarin hij afstudeerde, overleed zijn vader, waarna Johannes zich kandidaat stelde voor deze functie. Waarschijnlijk in verband met zijn jeugdige leeftijd werd daar geen gehoor aan gegeven. Pas zes jaar later, in 1841, werd hij bij K.B. tot notaris benoemd. *  Hij zou dat tot enkele dagen voor zijn dood in 1891 blijven. * 

Behalve dat hij advocaat en notaris was, bekleedde hij nog vele andere functies, variërend van gemeenteraadslid tot bestuurslid van de kiesvereniging 'Geloof en Liefde'.

De hiernavolgende opsomming van functies is mogelijk niet compleet maar desondanks van een indrukwekkende omvang: Notaris, advocaat, rechter-plaatsvervanger bij de arrondissementsrechtbank, gemeenteraadslid, wethouder, ambtenaar van de Burgerlijke Stand, lid van Provinciale Staten, hoogheemraad en dijkgraaf van de Bunschoter Veer en Veldendijk, heemraad van het waterschap Eemnes, president-kerkvoogd van de St. Joriskerk, kanunnik van het St. Joriskapittel, rentmeester van de vicarieën van de St. Joriskerk, regent- voorzitter van het Burgerweeshuis, regent-voorzitter van de Armen de Poth, rentmeester van het College van de Malen te Hoogland, Curator van de Latijnse school, lid van het plaatselijk schoolcommité, bestuurslid en penningmeester van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen afdeling Amersfoort, bestuurslid van de Spaarbank Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, bestuurslid van de Bank van Lening, bestuurslid van de Amersfoortse Bouwvereniging, bestuurslid van de kiesvereniging 'Geloof en Liefde', lid van de sub-commissie der Maatschappij van Weldadigheid en correspondent van de Hollandsche Maatschappij van Levensverzekering. * 

Johannes moet in het 19e-eeuwse Amersfoort een bekende figuur zijn geweest. In 1843 trouwde hij met Wubbina Blauw die het jaar daarop, na de geboorte van hun eerste kind, zou overlijden. Hij hertrouwde in 1846 met Aletta van Leuvenigh Willink. Op 28 januari 1888 stierf ook zij zodat hij voor de tweede maal weduwnaar werd. Johannes zelf stierf op 29 januari 1891.

Een beknopte genealogie van de familie De Louter is in deze inventaris opgenomen.

Het archief van Johannes de Louter werd door mij aangetroffen in de zogenaamde 'Collectie Van der Neut', een verzameling archivalia, meestal betrekking hebbend op het transport van onroerende goederen in Amersfoort en omgeving, die door J.D.H. van der Neut zijn verzameld tijdens zijn loopbaan als cartograaf bij het kadaster. Het archief was verpakt in pakpapier en als zodanig van de rest van de collectie te onderscheiden.In de vorige eeuw zijn de stukken door De Louter zelf al eens op onderwerp geordend en van een omschrijving voorzien. Ook de stukken die betrekking hebben op zijn zuster en zwager, Cornelia Jacoba en Marinus Willem van Dort, werden door hem van een omschrijving voorzien. Waarschijnlijk zijn deze stukken in het archief terecht gekomen als gevolg van het feit dat Johannes na de dood van zijn zuster als executeur-testamentair is opgetreden.

Gezien het aantal maatschappelijke functies dat Johannes de Louter tijdens zijn leven heeft bekleed heeft het archief een geringe omvang. Mogelijk heeft hij tijdens zijn ordenings-poging de volgens hem daarvoor in aanmerking komende stukken weggegooid, misschien is er na die ordeningspoging een deel van het archief verloren gegaan. Tijdens deze inventarisatie zijn uit het archief geen archiefstukken vernietigd.

De omvang van het archief na inventaristie bedraagt 0,25 strekkende meter.