Roedolph van Diepholt, geconfirmeerd elect van Utrecht en burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht oorkonden, dat de burgers van Amersfoert en de ingezetenen van Eembrugge, Zeldrecht boven en beneden des weges, de Haer en Duyst en de landgenoten die geerfd zijn in deze gerechten een dijk hebben aangelegd langs de zee bij Spakenburg zonder daartoe verplicht te zijn, dat die dijk daarom door Bunschoten onderhouden moet worden en dat schout en schepenen van Bunschoten daartoe zullen moeten schouwen en zo zij zich aan het laatste niet hielden dat dan door de bisschop aangestelde landgenoten de dijk waar nodig zouden doen herstellen op kosten van de eigenaar van de grond, waarbij namens de genoemde gerechten een landgenoot zou optreden, namens het sticht Utrecht een landgenoot en namens de stad Amersfoort een landgenoot. Oorspr.; met het zegel van de oorkonder.

1433 Maart 11 op Sente Gregorius avent

tevens:

3762-106; 187 fol.

Zie ook:

Toegang 0001.01, Inv.nr. 3762-106

laatste wijziging 03-06-2010

316 Jan van Driberghen, hofrichter en richter vanwege de jonkheer van Gaesbeec en Apcoude, oorkondt dat voor hem en Melis wten Enge en Herman Nenninc en anderen, tijnsgenoten, Gheriit Zoes heeft opgedragen een kamp tijnsland met het aandeel in de (ge)meente dat daarbij behoort, gelegen bij Vosculen, aan de noordzijde begrensd door het land van Willam Amelriick soen, aan de zuidzijde door dat van Rolof Tomaes soen vander Maet, aan de oostzijde door dat van de regulieren in de Birket en Gheertruut Willam Vlaminx vrouw en aan de westzijde door dat van de beghinen op de Glashorst te Amersfoert, het meentland begrensd door het land van de regulieren voornoemd, aan de westzijde door dat van de erfgenamen van Herman Kaerman Lamberts soen en aan de noordzijde door een gemene beek, welk land hij vervolgens in tijns heeft uitgegeven aan Jonge Gheriit Soes, ten behoeve van Jan Soes, diens broer, behoudens het recht van de heer van Gaesbeec en Apcoude. Oorspr.; met de zegels van richter en beide tijnsgenoten.

298 Diric van Wassenaer, protonotaris van de heilige Stoel van Rome, aartsdiaken in de Dom en proost van Sint-Janskerck te Utrecht, geeft vidimus van akten d.d. 30 juni, 3 juli en 5 juli 1398. Oorspr. 30 fol. 80.

324 Roedolph van Diepholt, bisschop van Utrecht en de prelaten van de vijf godshuizen, de Doem, Oudemunster, Sant Peter, Sant Johan en Sant Marien kercken en burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht oorkonden, dat de burgers van Amersfoert en de ingezetenen van Eembrugge, Zeldrecht boven en beneden des weges, de Haer en Duyst en de landgenoten die geerfd zijn in deze gerechten een dijk hebben aangelegd langs de zee bij Spakenburg zonder daartoe verplicht te zijn, dat die dijk daarom door Bonschoten onderhouden moet worden en dat schout en schepenen van Bonschoten daartoe zullen moeten schouwen en zo zij zich aan het laatste niet hielden dat dan door de bisschop aangestelde landgenoten de dijk waar nodig zouden doen herstellen op kosten van de eigenaar van de grond, waarbij namens de genoemde gerechten een landgenoot zou optreden, namens het sticht Utrecht een landgenoot en namens de stad Amersfoort een landgenoot. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders

325 Evert van Stoutenburch, schout, Arnt Scaep, Heynric Botter Goerts soen en Peter Giisberts soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Rutger van Lewen opgedragen heeft aan zijn zuster Ermgairt zijn rechten op een huis en hofstede aan de Langestraet, die hun ouders plachten te bewonen, op een hofstede waar Peter Bertouts soen op woont en op de hofstede en hooiberg in Zante Johans straet gelegen aan Zante Johans kerckhof. Oorspr.; met de zegels van de derde en vierde oorkonder, de andere verloren.

327 Abt, prior en gemeen convent van Sente Pouwels te Utrecht oorkonden, dat zij hebben besloten, met instemming van Frederic van Blankenhem, bisschop van Utrecht, om alle hofgoed in de kerspelen van Loesden, Zoes en op Zeyster Over, aan het convent keurmedig, dienstbaar en tijnsplichtig, te wijzigen in goed onversterfelijk erfleen, waarbij de gebruikers voortaan leenmannen van de abdij zullen zijn en dat dientengevolge voor hen en meyster Albert Baers, Jan Lamberts soen, tijnsgenoten en Albert Willems soen en Matheus Giisberts soen, mannen, Geertruyt Johan Blocs dochter, met Jan van Zulen Geriits soen, haar man en voogd, aan hen heeft opgedragen alle recht dat zij had op de helft van twee kampen land, geheten tGrote Broeck, gelegen aan de overzijde van de Eem achter Hamelenberge, met dijken en ander toebehoren, landwaarts begrensd door de Nyen kamp van Willam Dirck Willams soens soen en de Cleynen Broeck van Rutger Jacobs soen en zeewaarts door Doren oert van de heer van Apcoude en de Lieskamp van Geriit Loeff, waarna zij haar met de helft van de genoemde kampen hebben beleend, waarvan de andere helft toebehoort aan Evert Heynen soens erfgenamen te Amersfoirt en inbegrepen alle recht op deze kampen dat zij of haar wettig nageslacht zou verkrijgen van wijlen haar moeder Beatruys Bloc en te verheergewaden met drie goede gouden oude Franse schilden, onder kwijtschelding van alle dienst, keurmede en tijns. Oorspr.; de zegels verloren.

328 Willem de Weldighe, schout, Heynric Screvels soen, Ghijsbert Jan Stickers soen en Ludolf van Vueren Peters zoen, landgenoten en buren in Benschop, oorkonden dat Heynric Hollen zoen en Elisabet, weduwe van Jan Hol Coenen zoen voor de duur van zes jaar in erfpacht hebben genomen van Heynric Hille Jans zoen van Aemstelredamme 6 morgen land in Benschop, aan de zuidzijde boven de kerk, gemene voor gelegen in 8 morgen land, waarvan twee morgen aan de kanunniken te Yselsteyn toebehoren en die Heynric Hille voornoemd had van Ghiisbert Loef Barchmakers zoen van Utrecht, tegen 2 goede gouden Wilhelmus Hollandse schilden en een goede capoen per morgen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

329 Roedolph van Dyepholt, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat de stad Amersfoirde en haar burgers en inwoners, hoewel zij deelnemen aan het verbond van prelaten en kapittelen van de Doem, Oudemunster, Sinte Peters, Sinte Johans en Sinte Marien te Utrecht en burgemeesters, schepenen, raden en gemene gemeente van de stad Utrecht tot handhaving van de bisschop in het bezit van de Utrechtse kerk, niet gehouden zijn tot enige financiele bijdrage daartoe en ook niet tot het betalen van morgengeld. Oorspr.; de zegels verloren.

330 De prelaten en kapittels van de kerken van de Doeme, Oudemunster, Sanct Peters, Sanct Johan en Sancte Maryen te Utrecht, de gemene ridders en knapen van het land en burgemeesters, schepenen, raden en gemene meente van de steden Utrecht en Amersfoerde oorkonden dat paus Eugenius Sweder van Culenborch van Utrecht naar Cesarien heeft overgeplaatst en Roedolph van Diepholt tot bisschop van Utrecht heeft gemaakt, dat een kleine groep personen in strijd met het pauselijk gezag Walraven van Moerse heeft gekozen tot bisschop, die vervolgens steun heeft gekregen van het concilie van Baesel en dat zij zich verbinden om Roedolph van Diepholt in het bezit van het Utrechtse bisdom te handhaven. Oorspr. met zegels van de kapittels, het eerste verloren, en Johan van Rynesse van Rynouwen, Willem van Montfoerde van Zweten, Dirck van Zulen, Vrederick uten Ham, Vrederic uten Ham van Baersel, ridders, Gijsbert van Vyanen van Rijsenborch, Johan van Rynesse, Steven van Zulen van Nyenvelt, Jonge Gijsbert van Vyanen van Rysenborch, Melijs van Mijnden, Gherijt van Zulen van Natewische, Vrederic van Rynesse, Jonge Johan van Rynesse, Gijsbert van Starkenborch, Henric van Rijn, Gijsbert van Nyenraede van Velsen, Steven van Zulen van Nyenvelt Willems soen, Henric van Vyanen Jans soen; Alfer vander Horst, Jacob Borre van Amerongen, Vrederic Borre van Amerongen, Willem van Zulen van Nyenvelt, Eernst van Hijndersteyn, Gijsbert van Hardenbroeck, Gijsbert vander Haer, Jan vander Meer, Gijsbert van Hijndersteyn, Jacop die Vaecht van Rynenvelt, Melijs uten Enge, Dirck van Zulen, Zweder van Zulen, Zoude van Rijn, Vrederic van Steenre, Gijsbert vander Haer Henric soen, Loef vander Haer, Loef van Ruweel, Florens van Jutfaes, Jan van Jutfaes, Jacop van Zulen van Blijkenberch, Gherijt van Zulen van Blijkenberch, Boekel van Rijn, Harmen van Rijn, Otto van Rijn, Willem van Vloten, Johan die Boele, Steefken van Loenresloet, Alpher van der Mye, Willem van Welle, Egbert van Welle en Florens van Blochoeven.

331 Prelaten en kapittelen van de kerken van de Doem, Oudemunster, Sinte Peters, Sinte Johans en Sinte Marien te Utrecht en burgemeesters, schepenen, raden en gemene gemeente van de stad Utrecht, oorkonden dat de stad Amersfoirde niet gehouden is om op grond van het gesloten verbond tot handhaving van de bisschop in het bezit van zijn kerk een financiële bijdrage te leveren of morgengeld te betalen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.

332 Evert van Stoutenburch, schout, Bertout Peters soen, Willam Heynricx soen, Johan van Bemel, Rutger Meynsen soen, Eliis van Wede, Goede Kade, Reyner Piil, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Evert van Lienlair en Mergriete, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Diric Jacobs soen en Geertruyt, zijn vrouw, de erfpacht van een huis en halve hofstede (gescheiden van de andere helft) in de Broeielstraat, aan de ene zijde begrensd door het erf van Goesen Jans soen, aan de andere zijde door dat van Zweder die Cuper; op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr.; de zegels verloren, m.u.v. het eerste en laatste.

333 Burgemeesters, schepen, raad en gemene gemeente van de stad Renen oorkonden, dat zij zich aansluiten bij het verbond door de vijf godshuizen, de ridderschap en de steden Utrecht en Amersfoirde gesloten met Roedolph van Dyepholt, bisschop van Utrecht. Oorspr.; met het zegel van de stad31 fol. ...

334 Geriit van Culenburch Geriits soen oorkondt, dat hij, in het bijzijn van zijn leenmannen Roelof Tomaes soen, Willam van Dam en anderen, Goert Volken Bots soen naar Zutphens recht beleend heeft met een hoeve land, tijns- en tiendvrij, te Woudenberch op Vosculen, geheten des Proests hoeve van Zante Peter tUtrecht, aan de bovenzijde begrensd door het land van Giisbert van Snyddelairs nakomelingen, Jacob van Colvescoten, Aernt van Scaffelair en Heynric van Gliinthorst en aan de beneden zijde door het land van Goert voornoemd, Evert, weduwe van Goede Jans soen en de Woutsloet, die de scheiding vormt met Luesderbroeck, te verheergewaden met een pond en met het recht om bij afwezigheid van de leenheer het leen te verzoeken voor de brug te Renswoude. Oorspr.; zijn zegel verloren.

335 [Evert van Stout]enburch, schout, Willam Heynric soen, Goesen Bosch Willams soen en Goede Kade, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Huge van Kesteren en Geertruyt, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Wouter Roese en Geertruyt, zijn vrouw, de eigendom van een stuk van een hofstede buiten de Bloemendaelsche poort, strekkend van de straat tot Peter Piil, aan de ene zijde begrensd door het erf van Peter Piil voornoemd, aan de andere zijde door dat van Wouter Roese. Oorspr.; de zegels verloren.

337 Evert van Stoutenburch, schout, Willam Cairman, Jacob Hoeft Lumans soen en Claes Symans soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Wouter Roese zijn vrouw Geertruyt zijn roerende en onroerende goederen nalaat om daar na zijn dood vrij over te beschikken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste en vierde verloren.

339 Vrederic Valc met Arnt, zijn zoon, enerzijds en Heymeric vander Beke en Reyner van Ouderbernevelt met Jan Johan Zoes dochter, anderzijds, maken huwelijksvoorwaarden waarbij wordt bepaald:
1. dat Heymeric en Reyner voornoemd Jan Johan Zoes dochter als wettige echtgenote geven aan Arnt Valc met als medegave 375 goede Arnoldus gulden en een goede Zercksche hoeycke; daarvan zal Lodewiich Taetse Lubberts soen 300 gulden betalen;
2. dat Aliid, vrouw van Heymeric en moeder van Jan, haar dochter niet mag onterven, terwijl uit haar nalatenschap voor Jan 100 Arnoldus gulden zullen zijn;
3. dat Arnt het stuk land bij Badenvoirde zal behouden en dat Vrederic, zijn vader, hem daarbij zal geven het huis met hofstede waar zij nu samen wonen, met behoud van lijftocht voor de laatste, alsmede de helft van alle roerende goederen die zij samen bezitten binnen of buiten Amersfoort;
4. dat indien Vrederic sterft voor zijn zoon en tot zijn dood bij deze heeft gewoond, alle huisraad en kleinodiën die hij nalaat voor Aernt zullen zijn; bovendien mag hij zijn zoon niet mag onterven;
5. dat bij overlijden van Arnt voor zijn vrouw binnen een jaar en zonder wettig nageslacht, de laatste zou vertrekken met het goed dat zij had ingebracht en de aanwas daarbij alsmede 40 Arnoldus Arnhemse gulden uit Arnts goed, terwijl als Jan overleed voor Arnt hij haar erfgenamen zou uitreiken wat zij had ingebracht;
6. dat bij eventuele geschillen als scheidslieden zullen optreden Evert vander Beke van de zijde van Vrederic en Arnt en Goede Kade van de zijde van Heymeric vander Beke en Reyner van Ouderbernevelt; als borgen voor de eerstgenoemden zullen Splijnter vander Beke en Peter Jacobs soen optreden, voor Heymeric vander Beke en Lodewiic Taetse Lubberts soen treden Claes Symans soen en Reyer van Oudenbernevelt op. Oorspr.; met de zegels van de huwelijkslieden Evert vander Beke en Goede Kade.

342 Evert van Stoutenburch, schout, Jacob Willams soen, Roelof vander Mathe en Willam Cairman, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Vrederic Valc, Arnt Valc en Jan, Arnts vrouw, met Heynric Bot, haar gekoren voogd, Heymeric vander Beke en Lodewiich Taetse Lubberts soen zich verbinden tot nakoming van de huwelijksvoorwaarden genoemd in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr., met de zegels van de oorkonders.

343 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht geven vidimus van een akte d.d. 12 april 1432. Oorspr.; met het stadszegel.

344 Evert van Stoutenburch, schout, Willam Smit, Jacob Peters soen, Lambert Willam Zassen soen, Johan Pothof Ricouts soen, Johan van Heyligenberge, Geriit Taetse, Hubert van Hamertvelt, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Goert vander Mathe, gemachtigde van Peter Jacobs soen en Jutte diens vrouw, opgedragen heeft aan Bertout Lamberts soen en Fye, zijn vrouw, de erfpacht van een hof in de Pothof bij zante Jans kerckhof, aan de ene zijde begrensd door de gemene straat, aan de andere zijde door het erf van Giisbert Lubberts soens nakomelingen, op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.

345 Evert van Stoutenburch, schout, Goert vander Mathe, Rutger Meynsen soen, Ricout Evert soen, Johan die Wilde, Goesen Bosche Willam soen, Geriit Borre en Steven Maes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Bertout Lamberts soen en Fye, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Johan Bot en Fye, zijn vrouw, de erfpacht van een hof met de halve put bij zante Johans kerckhof, aan het ene einde begrensd door het erf van Johan Bot voornoemd, aan het andere door dat van Evert Velic en achter aan die zijde door dat van Ghiisbert Lubberts soens nakomelingen, op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van Evert van Stoutenburch, Goert van der Mathe, Geryt Borre en Steven Maesz.

346 Reyner Reyner Everts soens soen, schout op Zeldert boven weges vanwege de bisschop van Utrecht en Evert Jacobs soen van Lienlair, tijnsmeester en Jan de Wijse, Goert van Snoel, Tymen Jans soen, Reyner vander Burch, Bessel Lumens soen, Aernt van Bosch en Heynric Heynrics soen, buren en landgenoten van Zeldert, oorkonden dat Geriit Jan Volkens soen opgedragen heeft aan Heynric Dyrcs soen en Clemeyns, zijn vrouw, de eigendom van de helft van een erf, gemeen liggend met Jan Geriits soen, met schuur en toebehoren, strekkend van de Zeldertschen neder wech tot de Zeldertschen overste wech, aan de oostzijde begrensd door het land van Aernt Mejer Scaep soen en aan de westzijde door het land van Heynric Dircs soen voornoemd, welk land zal vererven op beider kinderen, behoudens het recht van de tijnsmeester op tijns. Oorspr.; met zegels van de oorkonders, uitgezonderd dat van de laatste, die niet over een zegel beschikte.

348 Evert van Stoutenburch, schout, Rutger Meynsen soen, Geriit Borre en Steven Maes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Geriit Johans soen heeft vermaakt aan zijn zuster Agathe een jaarlijkse rente van 6 Wilhelmus Hollandse schilden te vestigen op zijn binnen Amersfoirde na te laten goederen, behoudens het recht van de regulieren van het gasthuis bider Spoeyen met de broeders achter het gasthuis, de sciplude vicarie en eventuele andere rechthebbenden, op grond van hun brieven. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

350 Schout en schepenen van Baarn verklaren, dat Dirc Vrijse van Dolre opgedragen heeft aan Peter Hamertvelt de eigendom van zeker veen, vullingen en veld. In een vidimus d.d. 8 april 1468 (regestnr 494).

351 Ghiisbert, broeder tot Brederode, tot Genp, tot Vyanen enz., domproost en proost tot Oudemunster te Utrecht, oorkondt dat gezien de vriendschap ondervonden door hem en zijn voorgangers van burgemeesters, schout, schepenen en raadslieden van de stad Amersfoirde, hij instemt met de scheidsrechterlijke uitspraak gedaan door zijn broer Reynolt, heer tot Brederode, tot Genp, tot Vyanen, burggraaf te Utrecht en heer tot Ameyde, waarbij wordt bepaald dat Amersfoort voor nieuwe burgers, afkomstig van het land, de jurisdictie van de domproost erkend, terwijl hij geen daag- of banbrieven meer zal afgeven inzake schade of schuld waarbij burgers en ingezetenen te Amersfoort onderling partij zijn, dan wel waarbij Amersfoortse burgers en ingezetenen en lieden van buiten betrokken zijn. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.

353 Evert van Stoutenburch, schout, Willam Smit, Diric Poyt Everts soen, Wouter Botter, Eliis van Wede, Evert Claes soen, Willam van Lienlair en Peter van Westrenen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Roelof Taetse opgedragen heeft aan Geertruyt Willem Vlamincs weduwe en haar zoon Jacob de eigendom van een deel van Kukenscamp en van een stuk land daarnaast, beide gelegen bij de Eyngge, met een breedte van 26 1/2 roede, aan de ene zijde begrensd door het land van Willam Koc met een deel van de Kukenscamp en aan de andere zijde dat van Liisbet, Huge Moeyen weduwe. Oorspr.; met de zegels van de vierde, vijfde en zevende oorkonder, de andere verloren.

356 Johan Caerman oorkondt, dat hij ten overstaan van Lambert Piil, Geriit Goeden soen en Jacop van Rumelair, zijn leenmannen en Geriit van Zulen en Giisbert van Oestrum, mannen van het Sticht, als wettige voogd van jonkvrouw Margriete, zijn vrouw, jonkvrouw Mechtelt van Ysselt met het goed tot Nylande beleent, strekkend van de Turfwech tot Aelrehorst en aan de overzijde begrensd door het land van de nakomelingen van Johan Stupe en aan de nederzijde door het gerecht van de jonkheer van Gaesbeeck aan de Berict, zoals haar was aangekomen na erfscheiding met haar broeder en zoals haar moeder Foyese in leen had gehouden van Heynric Cosiin. Oorspr.; met de zegels van de oorkonder en de leenmannen van het Sticht.

363 Evert van Stoutenburch, schout, Diric Poyt Everts soen, Roelof vander Mathe, Arnt Scaep, Claes Symans soen, Reyner Hermans soen, Heynric Botter Goerts soen en Johan Willams soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Pouwels soen en Hase, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Ricout van Geyne en Aliid, zijn vrouw, een jaarlijkse rente van 4 Arnhemse gulden uit de erfpacht van een huis met hofstede aan de Langestraet aan het kerkhof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Giisbert Arnts soen, aan de andere zijde door dat van Evert heynen soens nakomelingen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede, vierde, zevende en achtste verloren.

364 Evert van Stoutenburch, schout, Roelof vander Mathe, Claes Symans soen en Reyner Hermans soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Daem Claes soen heeft verklaard dat Geriit Zoes en Mergriete, zijn vrouw, hem twee hoven in erfpacht hebben gegeven in de Pothoff, aan de ene zijde begrensd door het erf van .., aan de andere zijde door dat van. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het laatste verloren.

367 Evert van Stoutenburch, schout, Jacob Hoeft Lumans soen, Jacob Nenninc Goeden soen, Wouter Botter, Johan die Wilde, Steven Maes soen, Wouter van Stoutenberch en Geriit Meeus soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Walic Claes soen en Mergriete, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Geriit Smit Claes soen en Aliit, zijn vrouw, de eigendom van een hof in de Horsweyde met het recht van medegebruik van een steeg, aan de ene zijde begrensd door het erf van Goesen Reyners soen, aan de andere zijde door dat van de zusteren van Zante Agathen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders Wouter Botter en Steven Maes soen, de andere verloren.

368 Burgemeester, schepenen, raden en gemene burgers van Baern oorkonden dat zij omwille van de diensten en vrijheden door de stad Amersfoirde verleend, zij zich hebben verbonden twintig roeden muur aan te leggen rond die stad, op dezelfde wijze als daar nu de nieuwe muur wordt gebouwd, waarvan zij op Sint Johansdag te Midzomer vijf roeden zullen betalen, in mei 1444 vijf en in mei 1445 nog eens vijf en welke muurgedeelte zij op hun kosten zullen onderhouden. Oorspr.; met het zegel van de stad (zeer geschonden).

370 Evert van Stoutenburch, schout, Wouter Botter, Johan die Wilde en Meynse Poyt, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Aliid Johansdochter met Reyner Egberts soen, haar gekoren voogd, opgedragen heeft aan Geriit Zoes een jaarlijkse rente van 12 Vlaamse groten, gevestigd op een camer en hofstede buiten de Viepoirte aan de Singel, aan beide zijde begrensd door het erf van Aliid Voegelcoeps. Oorspr.; met de zegels van de eerste en tweede oorkonder, de andere verloren.

373 Evert van Stoutenburch, schout, Jordaen vander Mathe, Willam Cairman, Peter Spruyt, Willam van Lienaler, Willam Lamberts soen, Arnt Louwe en Reyner Bertouts soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden, dat Jan Camp, Belye, zijn vrouw en Mechtelt, zijn zuster, met Jan voornoemd als haar gekoren voogd, opgedragen hebben aan Reyner Willams soen de eigendom van een hofstede buiten de Rodentoren bij de wal, aan de ene zijde begrensd door het erf van Symon Valinc, aan de andere zijde door dat van Sante Jans kerck, behoudens het recht van Jacob van Rumelair op erfpacht. Oorspr.; met de zegels van de eerste en laatste oorkonder, de andere verloren.

378 Evert van Stoutenburg, schout, Willem Smit, Gerijt Bot, Steven Maes soen, Roelof Taetse, Wouter die Beer, Meynse Poyt en Goesen Wouters soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Jan vander Mathe Bertouts soen en Goude, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Aelbert van Westrenen en Hildegont, zijn vrouw de eigendom van een hof bij de Glashorst binnen de wal, aan de ene zijde begrensd door de gracht aan de andere zijde door het erf van Henric Bernts soen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde en zevende verloren.

379 Broeder Johan Neck, Jacob Potter vander Loe, doctor decretorum, kanunnik ten Doem te Utrecht en Gherijt Potter vander Loe als commissarissen gezonden door de president en andere gecommitteerden van de heer van Bourgondië inzake diens landen van Holland, Zeeland en Friesland, oorkonden dat zij op 27 Juni 1445 te Putkuyp zijn geweest, om overeenkomstig de zoen met de steden Utrecht en Amersfoerde gemaakt, opgave te ontvangen van de door de burgers van die steden geleden schade en staan aan de burgers, die te Deventer ter markt zijn geweest, toe om hun schade onder ede bij de officiaal van Utrecht op te geven. Oorspr.; met de zegels van de eerste en tweede oorkonder 30 fol. 18.

380 Gherijt die Wit van Kylensteyn, licentiatus in jure canonico, kanunnik van Sinte Johan en officiaal van het hof van Utrecht en Wilhelmus Pauli en Arnoldus Bundop, notarissen, oorkonden dat voor hen door de burgers en ingezetenen van Utrecht en Amersfoirde die niet te Putkuyp aanwezig waren onder ede opgave is gedaan van de schade door hen geleden op de markt te Antwerpen. Oorspr.; het zegel van de officiaal verloren, met subscriptio van de beide notarissen.

381 Willem Engebrechts zoen, rentmeester-generaal van de hertog van Bourgondië voor Holland, Zeeland en Friesland, oorkondt van de stad Amersfoirde ontvangen te hebben de per St. Bartholomeeusdag verschuldigde 100 Franse schilden voor haar tolrechten. Oorspr.; met zijn zegel.

382 Evert van Stoutenborch, schout, Goert vander Mathe, Jorden vander Mathe, Goesen Bosch en jan de Wilde, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Evert Gijsbert soen en Mergriet, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Huge Aernt soen en Mergriete, zijn vrouw, de eigendom van een huis en hofstede in de Hellestraat buiten de Roeden toern, aan de ene zijde begrensd door het erf van Huge Roelofs soens erfgenamen, aan de andere zijde door dat van Tyman Jacop soen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.

388 Evert van Stoutenburch, schout, Jacob Nenninc Gueden sone, Geryt Bor, Rutger Jacob Geryts sone, Roelof Taets, Reier Poit Geryts sone, Willam Pyl en Meins Poit, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Foyse Brunen met Beer Heine, haar zoon, voor haar en voor zichzelf, opgedragen heeft aan Aernt Valc de eigendom van 1 morgen land op de Enge, aan de ene zijde begrensd door het land van Onser vrouwenkerc, aan de andere zijde door dat van Mechtelt Lubbert Hoefts sdochter, behoudens de tijns van de bisschop. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste (fragment aanwezig), tweede en vijfde verloren.

389 Theodericus de Wassener, prothonotarius Sancte sedis, proost en aartsdiaken van de kerk van sancti Johannis te Utrecht geeft vidimus van akten d.d. 25 juni en 14 december 1298, 10 maart 1344, 15 december 1366, 29 februari 1372, 18 mei 1395 en 6 februari 1433. Oorspr.; met zijn zegel en subscriptio van Johannes de Geyn, notaris.

396 Roedolf, bisschop van Utrecht oorkondt, dat hij de stad Amersfoerde omwille van de trouwe dienst en hulp verleend bij zijn binnenkomst in de stad Utrecht de tegen hem begane misdaden vergeeft. Oorspr., het zegel van de bisschop verloren.

397 Vrederic van Rijnesse van Rijnouwen, schildknaap, oorkondt dat hij lijf en goed verbeurd heeft omdat hij de bisschop gewapenderhand had willen verdrijven uit de stad Utrecht, dat bisschop Roedolph van Diepholt hem dit vergeven heeft, dat hij naar Zeeland mag vertrekken om zich daar te vestigen mits hij zich in Zeeland vestigt en nooit meer in Sticht zal komen. Oorspr.; met zijn zegel.

402 Jacob van Lichtenberch, proost van Sunte Pieter te Utrecht geeft vidimus van een akte d.d. 14 september 1413. Oorspr.; met zijn zegel.

404 Goesen Bosch, schout te Loesden en te Donckeller vanwege de bisschop van Utrecht en Steven van Zulen van Nyevelt, Jan Goeden zoen, Ghisebert Buus Rutgers zoen, Gelijs Pouwels zoen, Goedert Reyners zoen, Ghisebert Maes zoen, Jan Maes zoen, Henric van Sceevichoven en Willam Buus Ghiseberts zoen, landgenoten en buren, oorkonden dat Steven van Zulen van Nyevelt en Wouter Peters zoen als gemachtigde van Vrederic van Renes en van Renouwen, Jan van Renes van Wulven en Jan van Renes van Zulen opgedragen hebben aan Peter Hamertvelt de eigendom van een erf in het kerspel van Leusden, onder het gerecht van Donckeller, genaamd Groete Donckeller, waarvan Kleyn Donckeller is afgescheiden en zoals de boeren het nu gebruiken. Oorspr.; met de zegels van Goesen Bosch, Steven van Zulen van Nyevelt en Jan Goeden zoen.

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

Records 601 t/m 700

Records 701 t/m 738

laatste wijziging 18-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Archief Eemland

Kenmerken

1300-1810

Inventaristitel:

A.F.M. Reichgelt, Inventaris van de archieven van het Stadsbestuur van Amersfoort, 1300-1810. (Amersfoort, 2003), inv. nrs. 1-2269

Soort toegang:

Inventaris

Depotlocatie:

Amersfoort

Auteur:

Ton Reichgelt

Volledig

92 meter en 54 meter charters: 125,5 m

Herkomst:

Wet

Citeerinstructie:

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.01

Geografische namen:

Amersfoort

Categorie:

Algemeen bestuur en Politiek

Archiefvormer(s):

Stadsbestuur Amersfoort

laatste wijziging 18-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden