samenvatting | datering | |
---|---|---|
Eiser Jan Hendriksz Bos als vader van de minderjarige Cornelis Jansz Bosch, contra gedaagde Bart Cornelisz, won. Leusbroek. Jan eist 29 gulden loon voor een half jaar werken. Met aftrek van 6-5-0 gulden, die al was betaald. Uitgesteld naar d.d. 30-12-1761, dan weer uitgesteld naar d.d. 03-03-1762. Bart zegt 28 gulden schuldig te zijn met aftrek van 6-15-8 gulden, die hij al betaald had. Cornelis had zijn dienst vroegtijdig verlaten. Uitspraak: Bart moet dat bedrag betalen. Jan gaat niet akkoord en gaat in hoger beroep bij het Hof van Utrecht. | 15-10-1761 | |
Eiser Jan Evertsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Hendrik Tijmensz, won. Hamersveld. Jan eist 3 gulden restsom voor een jaar erfpacht van 1759 en 38 gulden voor twee jaar erfpacht van 1760 en 1761 van een huis. Met 2 gulden korting wegens scheerloon. Hendrik kan 20 gulden betalen. Uitspraak: alles betalen. | 27-05-1761 | |
Eiser Reijer Jacobsz, gewoond hebbende in Snorrenhoef, contra gedaagde Aalt Saren Huijsman, won. Snorrenhoef. Reijer eist 25 gulden voor loon. Aalt zegt hem voor een jaar gehuurd te hebben voor 55-10-0 gulden, twee paar schoenen, 6 1/2 ellen henneplinnen en 3 ellen laklinnen. Hij heeft maar zes weken gewerkt en zonder opzeggen gegaan. Hij wil 5 gulden betalen. Uitspraak: 6 gulden betalen. | 17-12-1760 | |
Eiser Hendrik Tijmensz, won. Hamersveld, contra gedaagde Willemijn Willems, won. Hamersveld. Hendrik eist 6 gulden voor een half jaar kamerhuur. Willemijn verzoekt een andere 'citatie'. | 23-10-1760 | |
Eiser Thijs Jansz Combij, won. Hamersveld, contra gedaagde de weduwe van Teunis Jacobsz, won. Hamersveld. Thijs eist 6 gulden schadevergoeding omdat er een koe van de weduwe in zijn koren had gelopen. Teunis ontkent. Uitspraak: de eis wordt verworpen. | 23-10-1760 | |
Eiser Arien Schimmel, won. Hamersveld, contra gedaagde Hendrik Tijmensz Cramer, won. Hamersveld. Arien eist 5-10-0 gulden voor een jaar huur van een hoekje weiland, op Hamersveld. Hendrik verklaart dat hij een hoekje zou maaien, waarvan hij de helft zou krijgen als maailoon. Maar Arien had alles meegenomen, zodat Hendrik 7 gulden schade had geleden. Uitspraak: 3-10-0 gulden betalen. | 23-10-1760 | |
Aanwezig: Christoffel Gregorij, heer van Leusden. | 28-05-1760 | |
Waarnemend schout: Jan IJsbrand Snel. | 18-12-1759 | |
Schepen Brand Melissen overleden. | 26-10-1757 | |
Eiser Willem Willemsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Hannis Schothorst, won. Hamersveld. Willem eist 10 gulden voor het voeren van een koe tot mei 1756. Hannis haalde de koe echter op 03-02-1756 al weer op. Hannis verzoekt een andere 'citatie'. | 09-02-1756 | |
Eiser Saar Dirksz van de Wetering, won. Leusbroek, contra gedaagde Gijsbert Lodder, won. Leusbroek. Saar eist 6 gulden voor een half jaar kamer- en hofhuur. Uitspraak: 2 gulden betalen. | 19-01-1756 | |
Eiser Saar Dirksz van de Wetering, won. Leusbroek, contra gedaagde Hendrik Rijksz, won. Leusbroek. Saar eist 11-11-0 gulden voor een half jaar huishuur en 1 gulden voor het huren van een 'schot' om zijn tabak te drogen. Hendrik zegt dat er niet was afgesproken dat hij elk jaar zou betalen. Uitspraak: de eis wordt afgewezen. | 19-01-1756 | |
Eiser de weduwe van Willem Hendriksz, won. Bavoort, onder Leusden, contra gedaagde Johannes van Cleef, molenaar. De weduwe eist 16-9-8 gulden voor geleverde drank aan de knechten van Johannes en voor schoolgeld. Johannes verzoekt een andere 'citatie'. Voortgezet d.d. 29-05-1755 en 10-11-1755. Uitspraak: betalen. | 18-02-1755 | |
Eiser Elis Hermensz, won. in de Gansekuijl, bij de Treek, onder Leusden, contra Jan Schothorst, won. Leusden. Elis eist 4-10-0 gulden voor twee geleverde kalveren. Uitspraak: betalen. | 19-12-1754 | |
Eiser Willem Muijs, bakker, won. Amersfoort, contra gedaagde Jan Schothorst, won. Leusden. Willem eist 23-4-8 gulden loon voor houthakken. Uitspraak: 18-4-8 gulden betalen. Jan gaat in hoger beroep bij het Hof van Utrecht. | 19-12-1754 | |
Eiser Teunis Teunisz, gewezen knecht van de weduwe Blokland, contra gedaagde de weduwe Blokland. Teunis eist 60 gulden voor drievierde jaar loon. De weduwe verzoekt een andere 'citatie'. | 30-07-1754 | |
Eiser Adrianus van Cooth, won. Amersfoort, contra Jan Schothorst, won. Leusden. Adrianus eist 9 gulden huur over 1753 voor een hoek land, onder Amersfoort. Jan verzoekt een andere 'citatie'. | 25-04-1753 | |
Eiser Maas Cornelisz, won. Leusbroek, contra gedaagde Jan Evertsz Boersen, won. Leusbroek. Maas eist 15 gulden voor voorgeschoten geld aan Teunis Teunisz, timmerman. Jan ontkent dit. De zaak wordt uitgesteld. | 25-04-1753 | |
Eiser Aart Thijsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Cornelis van Asch, won. Hamersveld. Aart eist 5 gulden voor een jaar weiloon van twee paarden in 1752. Cornelis zegt dat de paarden niet zijn geweid. Uitspraak: 2-10-0 gulden betalen. | 25-04-1753 | |
Eiser Johannes Jonas, raad en schepen van Amersfoort, contra gedaagde Leendert Petersz, won. Hamersveld. Johannes eist 9-14-0 gulden voor geleverde drie vimmen en 88 bossen riet. Met aftrek van 2-5-0 gulden voor geleverde arbeid door Leendert en 1-4-0 voor kersen. Verder zal Leendert bomen snoeien voor de eiser staande langs een laan van de Zwarte Steeg tot aan de Maat van de eiser. Zonder opgaaf van reden mocht Leendert de gemakkelijkst te snoeien bomen niet doen. Johannes zegt van het snoeien niets te weten. Uitspraak: 6-5-0 betalen. | 15-02-1753 | |