Aktedatum | Object | Kopende partij | Verkopende partij | Leninggever | Leningnemer | Lening | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1540-05-26 (quarta in profesto Sacramenti) | Henrick Jansoen en zijn wijf Geertgen | Dirck Jacopsoen en zijn wijf Alijdt | 16 hollandse guldens te betalen mei aanstaande | ||||
1540-05-26 (quarta in profesto Sacramenti) | Wilhem van Dorsten ten behoeve van het Heylige Sacraments Broederschap | Gheryt Claessoen en zijn wijf Geertruyt | 2 philippus guldens aan jaarlijkse rente, te lossen de penning 18 te betalen op Sint-Urbanisdach | ||||
1540-05-26 (quarta in profesto Sacramenti) | tegoedschelding van alle goed en de inboedel uit de erfenis van zijn moeder Alijdt en bedankt zijn vader voor het goede beheer | Willam Jansoen zijn vader | Victor Willamsoen | ||||
1540-05-28 (sexta post Sacramente) | overgifte van een losrente en lijfrente uit een erf gelegen te Zoest dat wijlen Ghysbert Willemsoen toebehoorde | Thonis Albertsoen en zijn huisvrouw Jacopgen | Cornelis Gisbertsoen verklaart dat alle nadeel, schade en gebreken als gevolg van de overgifte die hij en zijn huisvrouw voor de abt van Sint Pouwels te Utrecht gedaan hebben dat Thonis en zijn vrouw die altijd mogen verhalen op de heerlijke goederen van genoemd convent, maar als hij het erf te Soest op zijn naam heeft dan zal de schadeloosstelling vervallen. | ||||
1540-05-28 (sexta post Sacramente) | Alijdt Gijsbert Willemsoen dochter | Thonis Albertsoen en zijn wijf Jacopgen | 106½ keizersgulden voor 20 penning aan rente | ||||
1540-05-28 (sexta post Sacramente) | Gryet Gisbert Willemsoen dochter | Thonis Albertsoen en zijn wijf Jacopgen | 106½ hollandse guldens voor 20 penning aan rente (in eodem modo ut supra) | ||||
1540-05-28 (sexta post Sacramente) | Mery Gijsbert Willemsoen weduwe met haar momber Claes Claessoen verklaart dat haar dochters Alijdt en Gryet, als zij mondig geworden zijn, Thonis Albertsoen en zijn wijf Jacopgen vestigen zullen in hun aandeel van de rente voor de Abt van Utrecht die zij hebben uit een erf te Zoest dat wijlen Gijsbert Willemsoen toebehoorde. | ||||||
1540-05-28 (sexta post Sacramente) | tegoedschelding van een hof gelegen in Den Pothoff | Mery Gisbert Willemsoen weduwe | Beatrus Geryt Aeltsoen dochter met haar momber | ||||
1540-05-29 (op saterdach post Sacramente) | tegoedschelding van de eigendom van een huis, hof en hofstede gelegen in de Nijestraet (Nieuwstraat) | Wouter Jansoen en zijn huisvrouw Haes | Jacop Gerytsoen van Scaick als gemachtigde van het convent van Sint Agnyten in Amersfoort | ||||
1540-05-29 (op saterdach post Sacramente) | Jacop Gerytsoen van Scaick ten behoeve van het convent van Sint Agnyten in Amersfoort | Wouter Jansoen en zijn wijf Haes | 12 hollandse stuivers aan jaarlijkse rente, te lossen de penning 20 te betalen op meydach | ||||
1540-06-01 (tertia ante Bonifacii) | tegoedschelding van alle recht en toezeggen dat zij hebben aan een stuk land in de Nije Woesteygen (Woestijgerweg) | Gijsbert Rijck Bartsoen en zijn wijf Beatrus | Gerytgen Jacop Meyssoen weduwe, Meysgen en Geertruyt, Jacop Mensen twee dochteren met Pijll als momber, en Geryt Henricksoen en zijn wijf Thoen | ||||
1540-06-01 (tertia ante Bonifacii) | tegoedschelding van een halve hof gelegen op Glashorst, waarvan de andere helft van Gerytgen met haar kinderen is. Ook nog 50 Johannis Beyerse guldens die zij jaarlijks hebben uit Geryt Crachwijcks goed volgens een oude brief. | Gerytgen Jacop Meynssoen weduwe | Gheryt Henricksoen en zijn wijf Thoen | ||||
1540-06-01 (tertia ante Bonifacii) | tegoedschelding van het recht en toezeggen aan de inboedel en in het goed dat wijlen Jacop Cuper in lijftocht bezeten heeft | Geryt Henricksoen en zijn wijf Thoen | Gerytgen Jacop Meynssoen weduwe en Meynsgen en Geertruyt, Jacop Mensoen dochters met Pijll als momber | ||||
1540-06-02 (quarta ante Bonifacii) | opdracht van de eigendom van een half huis, hof en hofstede gelegen buiten de Roden Toern in de Slijckstraet (Arnhemsestraat) | Steven van Zijll en zijn wijf Ghijsbertgen | Rijck van Bijler als overste-burgermeyster namens Rijck Bosch en zijn wijf Jacopgen en Dirck Loichsoen | ||||
1540-06-03 (quinta ante Bonifacii) | verklaring van de verkoop van een huis en hofstede geheten het Zwarte Vercken met de hofstede daar naast gelegen met alle toebehoren zoals zijn voorvaderen dat buitendijks ontgonnen hebben | Ysbrant van Wede en zijn huisvrouw Tru | Bernt uutten Eng bastaard | ||||
1540-06-04 (sexta ante Bonifacii) | Merten Jansoen en zijn wijf Bagen | mr. Peter Zoest en zijn huisvrouw Dam | anderhalve philippus gulden, 25 hollandse stuivers per gulden, te lossen de penning 18, jaarlijks te betalen op vrijdag na Sinte-Servaesdach | ||||
1540-06-08 (tertia post Bonifacii) | Reyertgen van Rijn | Peter van Lochorst en zijn wijf Neeltgen | een hollandse gulden, te lossen de penning 18 te betalen op Odulphi | ||||
1540-06-09 (quarta post Bonifacii) | tegoedschelding van een schuur, hof en hofstede gelegen buiten den Roden Toern in de Hellestraet, strekkende van de voorstraat tot aan onze stadsgraft | mr. Cornelis Barbier en zijn wijf Mensgen | Jan Ghijsbertsoen en Roloff Willamsoen als twee naaste vrienden en magen van vaderszijde van Peter en Jan de twee onmondige kinderen van wijlen Jan Jansoen ; Bernt Woutersoen en Aert Aertsoen als twee naaste vrienden en magen van moederszijde en als vier vierdelen | ||||
1540-06-09 (quarta post Bonifacii) | Peter Jansoen en Jan Jansoen de twee onmondige kinderen van wijlen Jan Jansoen | mr. Cornelis Barbier en zijn wijf Meynsgen | twee hollandse guldens aan rente, te lossen de penning 18 jaarlijks te betalen op meydach | ||||
1540-06-09 (etiam eodem die) | een huis en hofstede gelegen buiten Den Roden Toern in de Utreschestraet (Utrechtsestraat) | Ghijsbert Rijck en zijn wijf Beatrus | Bart Rolofsoen en zijn wijf Alijdt | ||||